7. Laat, zodra de motor aanslaat, de contactsleutel
meteen los naar de neutraalstand.
Let op:
Bedien de startmotor niet langer dan 5
seconden per keer. Als de motor niet start, wacht
dan 15 seconden voordat u het opnieuw probeert.
Als de motor dan niet start, wacht dan 1 minuut
voordat u het opnieuw probeert.
8. Laat de motor 3-5 minuten draaien met halfgas (B)
voordat u de motor bij zware belasting gebruikt.
9. Stel het gewenste motortoerental in met de
gashendel.
Let op:
Het inschakelen van de maaimessen
terwijl de motor met volle snelheid draait, veroorzaakt
spanning op de aandrijfriemen. Gebruik pas vol gas
wanneer het maaidek omlaag is gezet in de maaistand.
Het product gebruiken, R 112C, R
115C
1. Selecteer de maaihoogte (1-5) met behulp van de
maaihoogtehendel.
2. Start de motor.
3. Trap het parkeerrempedaal in en laat deze
vervolgens los om de parkeerrem uit te schakelen.
1466 - 006 - 17.04.2023
4. Druk één van de rijpedalen voorzichtig in. De
snelheid neemt toe naarmate u het pedaal dieper
indrukt. Gebruik pedaal (1) voor vooruit rijden en
pedaal (2) voor achteruit rijden.
5. Laat het gaspedaal los om de remmen te bedienen.
6. Zet het maaidek omlaag.
Het product gebruiken, R 112C5
OPGELET:
schakel de motor altijd uit voordat u van
versnelling verandert om schade aan de
versnellingsbak te voorkomen.
1. Selecteer de maaihoogte (1-5) met behulp van de
maaihoogtehendel.
2. Start de motor.
3. Trap het parkeerrempedaal in en laat deze
vervolgens los om de parkeerrem uit te schakelen.
1
2
Stop het product en
85