4
de bediening van de luchtkoeler
De luchtkoeler heeft naast het koelen nog twee andere functies, namelijk ventileren en lucht bevochtigen.
De luchtkoeler kan bedient worden via het bedieningspaneel op het apparaat.
• Kies een locatie waar een stopcontact in de buurt is.
• Steek de stekker in een stopcontact.
• Deel het stopcontact niet met andere apparaten.
Aan en uit zetten
• Open de voorste lamellen handmatig.
• Druk op één van de ventilatie snelheden om het apparaat aan te zetten.
• Druk op de uit toets om het apparaat uit te zetten.
Ventileren
De ventilatiestand kan op verschillende snelheden ingesteld worden.
• Druk op één van de ventilatie snelheden om het apparaat aan te zetten.
LOW: lage snelheid
MID: gemiddelde snelheid
HIGH: hoge snelheid
• Wijzig de snelheid van de ventilatie door een andere toets in te drukken.
Koelen / Bevochtigen
Het apparaat kan de luchtstroom koelen of het huis bevochtigen door het toevoegen van koud water in de watertank.
Creëer extra koele lucht door een bevroren koelelement in het water in de watertank te plaatsen. Het apparaat wordt
geleverd met twee koelelementen zodat u deze afwisselend kunt gebruiken en het apparaat continue kan blijven koelen.
Let op: gebruik deze functie alleen als de watertank voorzien is van vers koud water.
Draai de vergrendelingshendel van de tank naar een horizontale positie en trek de watertank voorzichtig uit het apparaat
om hem te vullen. Vul de watertank met vers koud water en zorg ervoor dat het waterniveau in de watertank het maximum
niveau (MAX) niet overschrijdt.
Plaatst u een bevroren koelelement in de watertank, let dan op dat het waterniveau hierdoor niet boven het maximum
niveau uitkomt.
Plaats de watertank terug in de oorspronkelijk positie en draai de vergrendelingshendel naar de verticale positie.
• Druk op één van de ventilatie snelheden om het apparaat aan te zetten.
• Druk op de toets koelen.
• Wijzig eventueel de snelheid van de ventilator door een andere toets in te drukken.
• Druk op de uit toets om het apparaat uit te zetten.
Extra aanwijzingen
• Gebruik altijd vers koud water.
• Zorg ervoor dat het water in de watertank niet onder het minimum niveau (MIN) komt bij het gebruik van de functie koelen
of lucht bevochtigen.
Swing functie
Met de swing functie kunt u het heen en weer bewegen van de luchtstroom bepalen voor een betere luchtverplaatsing.
• Zet het apparaat aan op de gewenste snelheid.
• Druk op de swing toets en de binnenste lamellen zullen continue naar links en rechts bewegen waardoor de luchtstroom
heen en weer beweegt.
• De windrichting naar boven of beneden kunt u handmatig aanpassen door de voorste lamellen rustig omhoog of naar
beneden te duwen.
9
Nederlands
•