4
gebruik
De bediening van het apparaat bevindt zich op de deur. Controleer of de spanning overeenkomt met de spanning die
vermeld is op het typeplaatje en steek de stekker in het stopcontact.
A: Insteltoets temperatuur
Display
1. Temperatuurstand 1
2. Temperatuurstand 2
3. Temperatuurstand 3
4. Temperatuurstand 4
5. Temperatuurstand 5
6. Temperatuurstand 6 (Super vriezen)
Temperatuur instellen
Na het inschakelen van de koelkast zal het display (inclusief de toets voor temperatuurinstelling) 3 seconden lang oplichten.
Daarna zal de koelkast automatisch worden ingesteld op temperatuurstand 3. Druk herhaaldelijk op de insteltoets om de
gewenste temperatuur in te stellen. Na 15 seconden schakelt de koelkast over op de nieuw gekozen stand.
Standaardweergave
In het geval van een storing zal het betreffende LED-schermpje een foutcode aangeven. Als er geen storing is, zal het LED-
schermpje de huidige temperatuurstand aangeven.
Super koelen
De stand super koelen zorgt ervoor dat het apparaat snel koud wordt. Als er veel voedsel tegelijkertijd in de koelkast wordt
bewaard dan kan de super koelen functie aangezet worden. De koelkast zal gedurende 2,5 uur het voedsel zo koel mogelijk
maken en daarna schakelt de koelkast weer terug naar de vooraf ingestelde temperatuur. Om de functie super koelen in te
stellen, drukt u herhaaldelijk op de temperatuur insteltoets om temperatuurstand 6 (super koelen) te selecteren.
Attentie:
De omgevingstemperatuur, de frequentie van het openen van de deur en de positie van het apparaat hebben invloed op de
temperatuur in het apparaat. Houd hier rekening mee met het instellen van de thermostaat.
• Plaats geen heet voedsel in het apparaat.
• Plaats nooit gevaarlijke, licht ontvlambare of explosieve stoffen zoals alcohol, aceton of benzine in het apparaat omdat er
een kans op explosiegevaar is.
• Pak vlees en vis goed in om nare geuren te voorkomen.
• Laat voldoende ruimte tussen de verschillende levensmiddelen om de lucht goed te kunnen laten circuleren.
• Plaats geen voedsel tegen de achterwand van het apparaat. De schappen hebben een stop om dit te vermijden.
• Laat de deur niet langer open dan noodzakelijk.
5
tips
• Een hoge omgevingstemperatuur beïnvloedt het energieverbruik nadelig. Ook direct zonlicht en andere warmtebronnen
in de buurt van het apparaat hebben een ongunstige invloed.
• Houd de ventilatieopeningen vrij. Afgedekte en vervuilde openingen veroorzaken een hoger energieverbruik. Zorg voor
voldoende ruimte rondom de koelkast zodat een goede ventilatie en luchtstroming rondom het apparaat mogelijk is.
• Open de deur van het apparaat niet vaker dan nodig is en laat de deur zo kort mogelijk open.
• Zet de thermostaat op een lagere stand als de omstandigheden dat toelaten.
• Laat gekookt voedsel wat u in het apparaat wilt bewaren eerst afkoelen tot kamertemperatuur voordat u het in het
apparaat legt.
• Rijp of ijs zorgen ervoor dat het stroomverbruik toeneemt. Verwijder deze daarom regelmatig zodra ze 3 tot 5 mm dik zijn.
• Een deurrubber dat niet goed sluit kan het stroomverbruik verhogen. Laat het daarom op tijd en door een vakman vervangen.
• Als de instructies niet worden nageleefd dan kan dat leiden tot een hoger stroomverbruik.
1
2
3
4
5
6
A
Nederlands
15
•