3. Trap het parkeerrempedaal in en laat deze
vervolgens los om de parkeerrem uit te schakelen.
4. Druk één van de rijpedalen voorzichtig in. De
snelheid neemt toe naarmate u het pedaal dieper
indrukt. Gebruik pedaal (A) voor vooruitrijden en
pedaal (B) voor achteruitrijden.
5. Laat het pedaal los om te remmen. Om harder te
remmen, drukt u op het andere rijpedaal.
6. Selecteer de maaihoogte. Raadpleeg
maaihoogte aanpassen op pagina 152 .
7. Duw de schakelaar voor elektrisch heffen naar voren
om het maaidek neer te laten. Laat het maaidek
volledig neer tot u een kletterend geluid hoort.
OPGELET:
minimaal 2 seconden ingedrukt nadat
het maaidek de grond raakt. Dit is om
152
A
B
De
Houd de schakelaar
ervoor te zorgen dat het maaidek in de
zweefstand staat.
Let op:
Het kletterende geluid van de frametunnel
betekent niet dat het product defect is.
8. Trek de PTO-knop uit om de aandrijving op de
messen van het maaidek in te schakelen.
De maaihoogte aanpassen
1. Trek de schakelaar voor elektrisch heffen om het
maaidek te heffen. Hef het maaidek volledig omhoog
tot u een kletterend geluid hoort.
Let op:
Het kletterende geluid van de frametunnel
betekent niet dat het product defect is.
2. Schakel de parkeerrem in.
3. Draai de contactsleutel naar stand STOP.
4. De borgplaat in de richting van de voorkant van
het maaidek duwen en vasthouden. Trek met uw
rechterhand de afstelhendel voor de maaihoogte
omhoog. Laat de afstelhendel niet los.
1902 - 003 - 09.02.2023