3. Plaats de betreffende stift volledig in de daarvoor bestemde stifthouder, tot hij vergrendelt.
▶ Neem de handleiding van de stift in acht!
Wanneer u een verkeerde stift in de stifthouder hebt aangebracht, kunt u de stift met een
platbektang voorzichtig uit de stifthouder verwijderen.
Let erop dat de stifthouder hierbij geen beschadigingen oploopt en gooi de stift vervolgens weg.
4. Plaats het stiftlaspistool zo op het voorbereide oppervlak van het werkstuk dat de punt van de stift in
het midden van het bewerkte oppervlak staat. De punt van de stift en de middelste uitsparing van het
bewerkte oppervlak dienen als positioneringshulp.
5. Druk het stiftlaspistool met beide handen in een rechte hoek tegen het werkstuk en houd het tijdens de
gehele procedure rustig in deze positie.
▶ Bedek niet de indicaties van het stiftlaspistool.
▶ Gebruik de steunvoet om de haakse positie beter te kunnen vasthouden.
6. Druk de pal in ten minste 0,5 seconde volledig in.
▶ Er strömt eerst gedurende circa 1 seconde beschermgas voordat het lasproces begint.
▶ Vervolgens wordt de las uitgevoerd.
▶ Na het einde van het lasproces stroomt het beschermgas gedurende circa 1 seconde na.
Til het stiftlaspistool niet van het werkstuk voordat het einde van het lasproces aangegeven wordt.
→ Pagina 46
7. Als het lasproces beëindigd is, trekt u het aangedrukte stiftlaspistool met beide handen in een vloeiende
beweging loodrecht van de stift af.
▶ Verwijderen onder een hoek leidt tot blijvende beschadiging van de stifthouder.
WAARSCHUWING
Gevaar door verkeerde las! Als het oppervlak onvolledig voorbereid is, het lasproces niet correct afgesloten
is of een andere storing is opgetreden, is de belastbaarheid van de stift vermindert.
▶ Storingsindicaties tijdens en/of na het lasproces, sterke rookontwikkeling en/of een zwarte kring op het
oppervlak rond de stift zijn indicaties dat het lasproces niet correct is afgesloten.
8. Controleer de indicaties van lasapparaat en stiftlaspistool op foutindicaties. Controleer de stift en het
werkstuk op defecten.
▶ Neem de handleiding van de gebruikte stift in acht om de stift te controleren.
▶ Neem in geval van fouten de informatie in de hoofdstukken AFI → Pagina 46 und Hulp bij storingen
→ Pagina 55 in acht.
▶ Corrigeer in geval van storingen de las, indien mogelijk.
7
Verzorging en onderhoud
Verzorging van het product
•
Vastzittend vuil voorzichtig verwijderen.
•
Reinig de ventilatiesleuven voorzichtig met een droge borstel.
•
Het huis alleen reinigen met een licht vochtige reinigingsdoek. Geen siliconenhoudende reinigingsmid-
delen gebruiken, omdat deze de kunststof delen kunnen aantasten.
Onderhoud van de Liion accu's
•
Accu minstens elke 6 maanden volledig opladen.
•
Binnendringen van vocht vermijden.
Onderhoud
WAARSCHUWING
Gevaar voor elektrische schok! Ondeskundig uitgevoerde reparaties aan elektrische onderdelen kunnen
tot zwaar letsel en brandwonden leiden.
▶ Reparaties aan elektrische onderdelen mogen alleen door een elektrotechnicus worden uitgevoerd.
•
Regelmatig alle zichtbare delen op beschadiging en de bedieningselementen op hun correcte werking
controleren.
•
Bij beschadigingen en/of functiestoringen het product niet gebruiken. Direct door Hilti Service laten
repareren.
•
Na verzorgings- en onderhoudswerkzaamheden alle afschermingen aanbrengen en hun werking contro-
leren.
*2302408*
2302408
Nederlands
53