OORSPRONKELIJKE GEBRUIKSAANWIJZING
DX 2 Plunjerschiethamer
Lees de handleiding voor het eerste gebruik
beslist door.
Bewaar deze handleiding altijd bij het appa-
raat.
Geef het apparaat alleen samen met de hand-
leiding aan andere personen door.
Inhoud
1 Veiligheidsinstructies
1 Veiligheidsinstructies
1.1 Essentiële veiligheidsnotities
Naast de technische veiligheidsinstructies in de af-
zonderlijke hoofdstukken van deze handleiding moe-
ten de volgende bepalingen altijd strikt worden opge-
volgd.
1.1.1 Gebruik van patronen
Gebruik alleen Hilti patronen of patronen van verge-
lijkbare kwaliteit
Bij gebruik van inferieure patronen in Hilti gereedschap-
pen kunnen zich afzettingen van onverbrande poeder
vormen, die plotseling kunnen exploderen en ernstig let-
sel voor de gebruiker en personen in zijn omgeving tot
gevolg kunnen hebben. Patronen moeten voldoen aan
een van de volgende minimumeisen:
a) De betreffende fabrikant moet de succesvolle test
volgens EU-norm EN 16264 kunnen bevestigen of
b) De CE-markering van overeenstemming dragen
(vanaf juli 2013 in de EU dwingend voorgeschreven)
AANWIJZING
Alle Hilti patronen voor plunjerschiethamers zijn succes-
vol getest volgens EN 16264. De in norm EN 16264
vastgelegde tests betreffen systeemtests van specifieke
combinaties van patronen en gereedschappen, die wor-
1 Deze nummers verwijzen naar afbeeldingen. De afbeel-
dingen zijn te vinden aan het begin van de handleiding.
In de tekst van deze handleiding wordt met »het appa-
raat« altijd de plunjerschiethamer DX 2 bedoeld.
Onderdelen en bedieningselementen 1
Behuizing
@
Plunjergeleiding
;
Standplaat
=
Boutgeleider
Pagina
%
Plunjer
91
&
Veerbeugel
93
(
Aanslag
94
)
Ringveer
95
+
Kogel
95
§
Extra standplaat
95
/
96
97
98
99
103
104
104
104
104
den uitgevoerd door certificeringsinstanties. De gereed-
schapsbenaming, de naam van de certificeringsinstantie
en het systeemtestnummer zijn op de verpakking van de
patroon gedrukt.
Zie ook verpakkingsvoorbeeld onder: www.hilti.com/dx-
cartridges
1.1.2 Eisen aan de gebruiker
a) Het apparaat is bestemd voor professionele ge-
bruikers.
b) Het apparaat mag alleen door bevoegd, vakkun-
dig geschoold personeel bediend, onderhouden
en gerepareerd worden. Dit personeel moet spe-
ciaal op de hoogte zijn gesteld van de mogelijke
gevaren.
1.1.3 Veiligheid van personen
a) Wees alert, let goed op wat u doet en ga met
verstand te werk bij het gebruik van een appa-
raat voor directe montage. Gebruik het apparaat
niet wanneer u moe bent of onder invloed bent
van drugs, alcohol of medicijnen. Bij pijn of on-
wel worden de werkzaamheden onderbreken. Een
nl
91