Luisteren naar cd's
Dit apparaat kan de volgende typen schijven en
bestanden afspelen.
Discs: CD-DA, CD-R, CD-RW
Bestanden: MP3, WAV
1. Druk op de INPUT-knop om de bron te wijzigen naar
cd.
Druk op de CD-knop bij gebruik van de
afstandsbediening.
2. Druk op de knop voor het openen/sluiten van de lade
( ).
3. Plaats een schijf in de lade met het etiket naar boven.
4. Druk op de knop voor het openen/sluiten van de lade
( ) om deze te sluiten.
Voorbeeld: Audio-cd geplaatst
Totaal aantal
tracks
Voorbeeld: MP3/WAV-disc geplaatst
Totaal aantal
Totaal aantal
van mappen
van bestanden
„No Disc" wordt getoond wanneer er geen disc is
geplaatst.
5. Druk op de knop voor afspelen/onderbreken ( / ).
Het afspelen begint vanaf de eerste track.
Direct afspelen met tracknummers
Naast het gebruik van de knoppen voor overslaan
(
/
) om tracks te selecteren, kunt u het nummer van
een track invoeren en het afspelen starten.
Tijdens het afspelen of wanneer het afspelen is gestopt,
kunt u de cijferknoppen van de afstandsbediening
gebruiken om het nummer van een track te selecteren.
Voor een nummer met één cijfer drukt u op de
overeenkomstige cijferknop. Voor een nummer met
twee cijfers drukt u op de toets 10 en vervolgens op de
cijferknop voor het cijfer van het tiental. Druk vervolgens
op de cijferknop voor het cijfer van een tot negen. Het
afspelen start nadat het tracknummer is ingevoerd.
Voorbeeld: tracknummer 7 invoeren
Druk op [7].
Voorbeeld: tracknummer 23 invoeren
Druk op [>10], [2] en [3].
Tracks selecteren op MP3/WAV-schijven
Navigatiemodus
U kunt bestanden en mappen selecteren met behulp van
de mappenhiërarchie.
1. Druk, wanneer het afspelen is gestopt, op de
2. Druk op de afspeelknop ( ).
3. Gebruik de knoppen voor overslaan (
Totale afspeel-
tijd
4. Selecteer het gewenste bestand en druk vervolgens
All folder-modus
U kunt mappen en bestanden ook selecteren in deze
modus, maar alle mappen worden gelijk behandeld
ongeacht de positie in de mappenstructuur. Gebruik de
afstandsbediening.
1. Druk, wanneer het afspelen is gestopt, op de knop
2. Gebruik de knoppen voor overslaan (
3. Gebruik de knoppen voor overslaan (
4. Selecteer het gewenste bestand en druk vervolgens
stopknop ( ).
„Root" verschijnt in het beeldscherm en de
navigatiemodus wordt geactiveerd.
Als u op de stopknop ( ) drukt wanneer „STOP
KEY" is ingesteld op „Navigation", wordt de
navigatiemodus geactiveerd.
De naam van de eerste map in de hoofdmap wordt
getoond.
Als er geen mappen zijn, wordt de naam van het
eerste bestand getoond.
mappen en bestanden op hetzelfde niveau te selecteren.
Om bestanden en submappen in een andere map
te selecteren, selecteert u die map en drukt u
vervolgens op de afspeelknop ( ).
Gebruik de knoppen voor overslaan (
submappen en bestanden in die map te selecteren.
Om naar een hoger niveau te gaan, drukt u op de
knop voor onderbreken ( ).
op de ENTER-knop of afspeelknop ( ).
Het afspelen van dat bestand wordt gestart.
voor onderbreken ( ).
„1" verschijnt in het beeldscherm en de all folder-
modus wordt geactiveerd.
Als u op de stopknop ( ) drukt wanneer „STOP
KEY" is ingesteld op „All Folder", wordt de „all
folder"-modus geactiveerd.
map te selecteren, en druk op de ENTER-knop of
afspeelknop ( )om die map te openen.
bestand te selecteren.
op de ENTER-knop of afspeelknop ( ).
Het afspelen van dat bestand wordt gestart.
/
) om
/
) om
/
) om een
/
) om een
13