controleer of de grootte van de vulling in overeenstemming is met de afmetingen van het ver-
trek waarin de delen die het koelmiddel bevatten geïnstalleerd zijn; of het systeem en de ven-
tilatie-openingen correct werken en niet verstopt zijn; als van een koelcircuit gebruik gemaakt
wordt, moet de aanwezigheid van koelmiddel in het secundaire circuit gecontroleerd worden; of
de markering die op de machine aangebracht is nog steeds zichtbaar en leesbaar is. Markerin-
gen en aanduidingen die niet leesbaar zijn moeten gecorrigeerd worden; of de koelleidingen en
-onderdelen geïnstalleerd zijn in een positie waarin het onwaarschijnlijk is dat ze blootgesteld
worden aan ongeacht welke stof die de onderdelen die het koelmiddel bevatten zou kunnen
aantasten door corrosie, tenzij die onderdelen uit een materiaal bestaan dat intrinsiek bestand
is tegen corrosie of dat op passende wijze daartegen beschermd wordt.
i) Controles op de elektrische apparaten
De reparatie en het onderhoud van de elektrische onderdelen moeten eerste veiligheidscontro-
les en inspectieprocedures van de onderdelen bevatten. Mocht een defect optreden dat de vei-
ligheid kan compromitteren, schakel dan niet de elektrische voeding naar het circuit in zolang
het probleem niet op passende wijze verholpen is. Gebruik een tijdelijke geschikte oplossing
als het defect niet onmiddellijk verholpen kan worden en het nodig is dat de werking voortgezet
wordt. Deze situatie moet meegedeeld worden aan de eigenaar van de apparatuur zodat alle
partijen erover geïnformeerd zijn. De eerste veiligheidscontroles bevatten: controleer of de con-
densatoren ontladen zijn: deze controle moet op veilige wijze uitgevoerd worden om vonken te
voorkomen; controleer of de elektrische onderdelen en kabels die onder spanning staan tijdens
het vullen, het herstel of de ontluchting van het systeem niet blootgesteld worden; controleer
de continuïteit van de aardaansluiting.
23. REPARATIE VERZEGELDE ONDERDELEN
a) Tijdens de reparatie van verzegelde onderdelen moeten alle elektrische voedingen van de
uitrusting waarop gewerkt wordt afgesloten worden voordat ongeacht welke verzegelde afdek-
king, enz., weggenomen wordt. Mocht het absoluut nodig zijn dat de elektrische voeding op de
uitrusting ingeschakeld is tijdens de reparatie, dan moet een permanent werkzame lekdetector
in positie gebracht zijn op het meest kritieke punt, om de operator te waarschuwen voor een
potentieel gevaarlijke situatie.
b) Besteed bijzondere aandacht aan wat nu volgt om er zeker van te zijn dat de afdekking op
geen enkele wijze wijzigingen ondergaat die van invloed zijn op het veiligheidsniveau wanneer
op elektrische onderdelen gewerkt wordt. Dit omvat beschadigingen van kabels, een over-
matig aantal aansluitingen, eindstukken die niet zijn vervaardigd volgens de oorspronkelijke
specificaties, beschadigingen van pakkingen, verkeerde montage van kabelklemmen, enz.
Controleer of de apparatuur op veilige wijze gemonteerd is. Controleer of de pakkingen of de
verzegelingsmaterialen niet dusdanig verslechterd zijn dat de binnenkomst van ontvlambare
atmosferen niet meer voorkomen kan worden. De vervangingsonderdelen moeten voldoen aan
de specificaties van de fabrikant.
Het gebruik van siliconenkit kan de doeltreffende werking van enkele soorten lekdetectiesyste-
men belemmeren. De intrinsiek veilige onderdelen mogen niet geïsoleerd worden voordat erop
ingegrepen wordt.
24. REPARATIE VAN INTRINSIEK VEILIGE ONDERDELEN
Pas geen enkele inductielading en ladingen met permanente capaciteit toe op het circuit, zonder
eerst gecontroleerd te hebben of de maximum spanning en stroom, die voor de gebruikte appa-
ratuur toegestaan zijn, niet overschreden worden. De intrinsiek veilige onderdelen zijn de enige
waarop ingegrepen kan worden terwijl ze onder spanning staan en een ontvlambare atmosfeer
aanwezig is. Het testsysteem moet op de correcte stroomsterkte staan. Vervang de onderdelen al-
leen door de reserveonderdelen die aangeduid worden door de fabrikant. Andere dan de aangedui-
de onderdelen kunnen na een lek de ontbranding van het koelmiddel in de atmosfeer veroorzaken.
NL - 8