Zender scantype: Stel uw scantype voorkeur in.
Zender opslagtype: Stel uw opslagtype voorkeur in.
Favoriet netwerk selectie: Selecteer uw favoriete
netwerk. Deze menu-optie zal actief zijn als meer dan
een netwerk beschikbaar is. Sommige opties zijn mo-
gelijk niet beschikbaar afhankelijk van de landselectie
tijdens de eerste installatie.
Zender overslaan: Stel zenders in die u wilt overslaan
wanneer u schakelt tussen de zenders met de knoppen
Programma +/- op de afstandsbediening. Markeer
de gewenste zenders op de lijst en druk op OK om te
selecteren/deselecteren.
Zender omschakelen: Vervang de posities van de
twee geselecteerde zenders in de zenderlijst. Markeer
de gewenste zenders in de lijst en druk op OK om te
selecteren. Als de tweede zender wordt geselecteerd,
wordt de positie van deze zender vervangen met de
positie van de eerste geselecteerde zender. U moet
de LCN-optie instellen op UIT of Standaard om deze
functie in te schakelen.
Zender verplaatsen: Een zender verplaatsen naar
de positie van een andere zender. Markeer de zender
die u wilt verplaatsen en druk op OK om te selecteren.
Volg deze procedure ook voor een tweede zender. Als
de tweede zender wordt geselecteerd, wordt de eerst
geselecteerde zender verplaatst naar de positie van
die zender. U moet de LCN-optie instellen op UIT of
Standaard om deze functie in te schakelen.
Zender bewerking: Zenders bewerken in de zen-
derlijst. Bewerk de naam en het zendernummer van
de geselecteerde zender en geef de Naam van het
netwerk, de Frequentie, het Kleursysteem, Geluids-
systeem, Modulatie en Symbol rate gegevens in
voor de R zender, indien beschikbaar. Afhankelijk van
de zender kunnen andere opties worden bewerkt. U
kunt de Blauwe knop indrukken om de gemarkeerde
zender te verwijderen.
Analoge zender fijnafstemming: Een analoge zender
fijnafstemmen. Er verschijnt een lijst van de beschikba-
re analoge zenders. Selecteer de gewenste zender in
de lijst en druk op OK. Verander de frequentie van de
zender door de Linkse/Rechtse navigatietoetsen in te
drukken. Druk op OK om de nieuwe frequentie voor die
zender op te slaan. Druk Terug om te annuleren. Dit
item is mogelijk niet zichtbaar, afhankelijk van het feit of
de laatste weergegeven zender al of niet analoog was.
Zenderlijst wissen: Verwijder alle zenders die zijn
opgeslagen in de zenderlijst van de geselecteerde
zender installatiemodus. Een dialoogvenster verschijnt
voor bevestiging. Markeer OK en druk op OK om
door te gaan. Markeer Annuleren en druk op OK om
te annuleren.
Zender installatiemodus - Gewenste/Algemene
Satelliet opnieuw scannen: Start een satellietscan
en begin met het operator selectiescherm voor de
Gewenste satelliet zender installatiemodus of met het
satelliet selectiescherm voor de Algemene satelliet of
Satelliet zender installatiemodus. Als deze scanoptie
de voorkeur krijgt, zullen bepaalde scanconfiguraties
niet beschikbaar zijn en het is dus mogelijk dat de
voorkeuren die u hebt aangegeven tijdens de initiële
configuratie niet zijn gewijzigd.
Satelliet toevoegen: Voeg een satelliet toe en voer
een satellietscan uit.
Satelliet update: Zoek updates door de vorige scan
te herhalen met dezelfde instellingen. U kunt deze
instellingen ook configureren voor de scan. Als de
Zender installatiemodus is ingesteld op Gewenste
positie kan deze optie een andere naam hebben,
afhankelijk van de beschikbare services. Markeer
de satelliet en druk op OK om de gedetailleerde
satellietparameters te configureren. Druk op de
Rechtse navigatietoets om door te gaan.
Satelliet handmatige tuning: Start een handmatige
satellietscan.
Favoriet netwerk selectie: Selecteer uw favoriete
netwerk. Deze menu-optie zal actief zijn als meer dan
een netwerk beschikbaar is. Sommige opties zijn mo-
gelijk niet beschikbaar afhankelijk van de landselectie
tijdens de eerste installatie.
Zender overslaan: Stel zenders in die u wilt overslaan
wanneer u schakelt tussen de zenders met de knoppen
Programma +/- op de afstandsbediening. Markeer
de gewenste zenders op de lijst en druk op OK om te
selecteren/deselecteren.
Zender omschakelen: Vervang de posities van de
twee geselecteerde zenders in de zenderlijst. Markeer
de gewenste zenders in de lijst en druk op OK om te
selecteren. Als de tweede zender wordt geselecteerd,
wordt de positie van deze zender vervangen met de
positie van de eerste geselecteerde zender.
Zender verplaatsen: Een zender verplaatsen naar
de positie van een andere zender. Markeer de zender
die u wilt verplaatsen en druk op OK om te selecteren.
Volg deze procedure ook voor een tweede zender.
Als de tweede zender wordt geselecteerd, wordt de
eerst geselecteerde zender verplaatst naar de positie
van die zender.
Zender bewerking: Zenders bewerken in de zen-
derlijst. Bewerk de naam en het zendernummer van
de geselecteerde zender en geef de Naam van het
netwerk, de Frequentie, het Kleursysteem en Ge-
luidssysteem gegevens in voor de R zender, indien
beschikbaar. Afhankelijk van de zender kunnen an-
dere opties worden bewerkt. U kunt de Blauwe knop
indrukken om de gemarkeerde zender te verwijderen.
Nederlands - 16 -
satelliet/Satelliet