Verwarmingscapaciteit
Als de buitenluchttemperatuur te laag is, verdient het aanbeveling om aanvullende verwarmingsapparatuur te
gebruiken in combinatie met de airconditioner.
Stroomonderbreking
Bij een stroomonderbreking zal het apparaat volledig worden uitgeschakeld.
• De verklikkerlamp In bedrijf (groen) op de binnenunit zal beginnen te knipperen wanneer de stroomonderbreking
voorbij is.
• Om het apparaat opnieuw te starten drukt u op de toets START/STOP op de afstandsbediening.
Gebruikscondities voor de airconditioner
Gebruik de airconditioner, voor optimaal prestaties, alleen onder de volgende temperatuurscondities:
Koelen
Buitenluchttemperatuur
Kamertemperatuur
LET OP
Verwarmen
Buitenluchttemperatuur
Kamertemperatuur
Als de airconditioner wordt gebruikt buiten de hierboven genoemde condities, is het mogelijk dat de beveiligingen
van het apparaat geactiveerd worden.
PROBLEMEN EN OORZAKEN
LET OP
Schakel, wanneer een of meerdere van de volgende situaties ontstaan, onmiddellijk de hoofdschakelaar uit en
neem vervolgens contact op met de leverancier:
• De verklikkerlampen knipperen snel (5 keer per seconde), zelfs nadat u de voeding uitgeschakeld heeft en
het apparaat na 2 tot 3 minuten opnieuw ingeschakeld heeft.
• Schakelaar werkt niet goed.
• De zekering brandt vaak door of de onderbrekerschakelaar wordt vaak geactiveerd.
• Er is water of een vreemd voorwerp in de airconditioner terechtgekomen.
• Er is een andere ongebruikelijke conditie waargenomen.
Controleer, voordat u onderhoud of reparaties laat uitvoeren, de volgende punten.
Opnieuw controleren
Werkt niet
• De hoofdschakelaar is uitgeschakeld.
• De onderbrekerschakelaar is geactiveerd en de voeding is onderbroken.
• De hoofdzekering is doorgebrand.s
• De INSCHAKELTIMER is ingeschakeld.
Koelt of verwarmt onvoldoende
• De luchtinlaat- of uitlaatopening van de buitenunit is geblokkeerd.
• Er staan deuren of ramen open.
• Het luchtfilter is geblokkeerd met stof.
• De jaloezie staat niet in de juiste positie.
• De ventilatorsnelheid is te laag ingesteld.
• De ingestelde temperatuur is te hoog. (Bij koelen)
• De ingestelde temperatuur is te laag. (Bij verwarmen)
: –5 °C tot +43 °C
: 18 °C tot 32 °C
Relatieve luchtvochtigheid in de ruimte – lager dan 80 %. Als de airconditioner bij
temperaturen buiten deze bereiken wordt gebruikt, kan condensvorming optreden.
: –15 °C tot +21 °C
: Lager dan 30 °C
84