11 Capaciteits- en signaalindicatie
12 Riemhaak (aanbrengen zoals weergegeven) *
13 Bit-opslag (aanbrengen zoals weergegeven) *
* afhankelijk van de uitvoering / het model
6. Inbedrijfstelling/instelling
Accupack uit de machine nemen, voordat
instel- of onderhoudswerkzaamheden uitge-
voerd worden. Verzeker u ervan dat de machine bij
het insteken van het accupack uitgeschakeld is.
6.1
Accupack
Het accupack (8) voor gebruik opladen.
Laad het accupack bij vermogensverlies weer op.
De optimale opslagtemperatuur ligt tussen 10°C en
30°C.
Li-ion-accupacks „Li-Power" hebben een
capaciteits- en signaalindicatie (11):
- Druk op toets (10) en de laadtoestand wordt door
de LED-verlichting aangegeven.
- Wanneer een LED-lampje knippert, is het accu-
pack bijna leeg en moet het weer opgeladen
worden.
Uitnemen:
De toets voor de accupack-ontgrendeling (9)
indrukken en het accupack (8) er naar voren
uittrekken.
Inbrengen:
Accupack (8) erop schuiven tot het inklikt.
6.2
Draairichting, transportbeveiliging
(inschakelblokkering) instellen
Draairichtingschakelaar / transport-beveiliging
(4) alleen gebruiken wanneer de motor stil-
staat!
Draairichtingomschakelaar / transportbeveiliging
(4) bedienen.
R = rechtsloop ingesteld
(schroeven indraaien)
L = linksloop ingesteld
(schroeven uitdraaien)
0 = middenstand: transportbeveiliging (inscha-
kelblokkering) ingesteld
6.3
In- , uitschakelen
Inschakelen: drukschakelaar (5) indrukken.
Uitschakelen: drukschakelaar (5) loslaten.
6.4
Toerental / aanhaalmoment
Toerental en aanhaalmoment hebben een directe
samenhang. Hoe kleiner het toerental, des te lager
het aanhaalmoment.
Het aanhaalmoment wordt op 2 manieren beïn-
vloed:
1) Maximaal aanhaalmoment vooraf instellen.
Door de toets (7) in te drukken, kunt u tussen 3
aanhaalmomenten kiezen. De maximale aanhaal-
momenten staan in de tabel op pagina 3 (M
M
, M
).
MED
MIN
De verlichting van de toets (7) geeft aan welk niveau
is ingesteld:
= brandt niet = max. koppel
MAX
= Knipperen = gemiddeld koppel
MED
= Branden = min. koppel
MIN
2) Aanhaalmoment traplooos veranderen:
Het toerental en het aanhaalmoment kunnen trap-
loos worden veranderd door de drukschakelaar (5)
meer of minder sterk in te drukken en zo aan de
werkomstandigheden worden aangepast.
Aanbeveling: bepaal de juiste instelling aan de
hand van een proefbevestiging.
6.5
Schroefinzet verwisselen bij SSD...
Schroefinzet plaatsen: vergrendelingshuls (3)
naar voren schuiven en de schroefinzet inbrengen
tot de aanslag. Vergrendelingshuls (3) loslaten.
Controleer of de schroefinzet stevig bevestigd
is door eraan te trekken.
Schroefinzet uitnemen: vergrendelingshuls (3)
naar voren schuiven en de schroefinzet uitnemen.
Alleen schroefinzetten gebruiken die
beschikken over deze invoereinden:
De gebruikte schroefinzet moet bij de schroef
passen.
Er mag geen beschadigde schroefinzet
worden gebruikt.
6.6
Schroefinzet verwisselen bij SSW...
Schroefinzet plaatsen: inzetgereedschap tot aan
de aanslag op de vierkante opname (1) steken.
Schroefinzet wegnemen: inzetgereedschap van
de vierkante opname (1) afnemen.
De gebruikte schroefinzet moet bij de schroef
passen.
Er mag geen beschadigde schroefinzet
worden gebruikt.
7. Gebruik
De machine recht op de schroef gericht houden.
Het schroeven bestaat uit 2 onderdelen: schroef
indraaien en
schroef vastzetten met behulp van de slagcon-
structie.
Het aanhaalmoment is afhankelijk van de slagduur.
,
MAX
NEDERLANDS nl
9,5 mm (3/8")
17