Koude motor starten
1. Druk het balgje voor extra brandstoftoevoer 10 maal
in. (Fig. 34)
2. Trek de chokehendel omhoog. (Fig. 35)
3. Druk de behuizing van het apparaat met uw
linkerhand op de grond. (Fig. 36) Stap niet op
het product. Trek langzaam aan de greep van
het startkoord totdat u enige weerstand voelt. Trek
daarna stevig aan de greep van het startkoord.
Let op:
Trek niet aan de gashendel terwijl u de
motor start.
4. Trek herhaaldelijk aan de greep van het startkoord
totdat de motor start of probeert te starten. Als
de motor start of probeert te starten, drukt u de
chokehendel omlaag.
5. Als de motor start, duwt u zachtjes tegen de
gashendel en laat u de motor 60 seconden draaien
om warm te worden. Als de motor niet start, trekt u
aan de startkoordhendel totdat de motor start. Duw
vervolgens zachtjes tegen de gashendel en laat de
motor 60 seconden draaien om warm te worden.
OPGELET:
startkoord totdat deze stopt. Laat het
startkoord niet los wanneer het volledig
is uitgetrokken. Laat het startkoord
langzaam los. Het niet naleven van deze
instructies kan leiden tot motorschade.
Warme motor starten
1. Druk het balgje voor extra brandstoftoevoer 10 maal
in.
2. Trek aan het startkoord totdat de motor start.
Product stoppen
•
Druk de stopschakelaar in om de motor te stoppen.
(Fig. 37)
WAARSCHUWING:
begrijp het hoofdstuk over veiligheid voordat
u gaat reinigen of reparaties of onderhoud
gaat uitvoeren.
TECHNISCHE GEGEVENS
Houd u aan het onderhoudsschema. De intervallen
worden berekend op basis van het dagelijks
gebruik van het product. De intervallen wijken af
als u het product niet dagelijks gebruikt. Voer
alleen onderhoudswerkzaamheden uit die in deze
handleiding worden beschreven. Neem voor overige
onderhoudswerkzaamheden die niet in deze handleiding
194
Trek niet aan het
Onderhoud
Lees en
Let op:
De stopschakelaar keert automatisch terug
naar zijn oorspronkelijke stand.
Grastrimmer bedienen
OPGELET:
motortoerental na elke activiteit terug
laat lopen naar het stationaire toerental.
Langdurig gebruik bij onbelast volgas kan
leiden tot motorschade.
Let op:
Reinig de afdekking van de trimmerkop
wanneer u een nieuwe trimmerdraad aanbrengt, om
trillingen te voorkomen. Controleer de andere delen van
de trimmerkop en reinig deze indien nodig.
Gras trimmen
1. Houd de trimmerkop vlak boven de grond en schuin.
Druk de grastrimmerdraad niet in het gras. (Fig. 38)
2. Verkort de lengte van de trimmerdraad met 10-12
cm/4-4,75 inch.
3. Verlaag het motortoerental om het risico op schade
aan planten te beperken.
4. Gebruik 80 % van het vermogen wanneer u in de
buurt van objecten gras maait. (Fig. 39)
Gras maaien
1. Zorg dat de trimmerdraad parallel loopt aan de grond
wanneer u gaat maaien. (Fig. 40)
2. Duw de trimmerkop niet op de grond. Dit kan schade
aan het product veroorzaken.
3. Gebruik de maximale snelheid. (Fig. 41)
worden beschreven contact op met een erkend
servicepunt.
Wekelijks onderhoud
•
Reinig de externe oppervlakken.
•
Controleer het stationaire toerental.
•
Controleer de smering van de hoekoverbrenging
(rechte steel).
Maandelijks onderhoud
•
Controleer de greep van het startkoord en het
startkoord.
Jaarlijks onderhoud
•
Controleer de bougie.
Zorg dat u het
155 - 010 -