BEDIENING
Instructies voor gebruik
WAARSCHUWING: Houd u altijd
aan de veiligheidsinstructies en van
toepassing zijnde voorschriften.
WAARSCHUWING: Om het gevaar
op ernstig persoonlijk letsel te
verminderen, zet u het gereedschap
uit en ontkoppelt u het van de
stroomvoorziening, voordat u enige
aanpassing maakt of hulpstukken of
accessoires verwijdert/installeert.
WAARSCHUWING:
• Zorg dat al het materiaal dat gezaagd
gaat worden stevig op zijn plaats zit.
• Pas slechts een lichte druk uit op het
gereedschap en oefen geen zijwaartse
druk uit op het zaagblad. Werk, als het
mogelijk is, met de zaagschoen tegen
het werkstuk gedrukt. Dit voorkomt
dat het zaagblad beschadigt en dat
het gereedschap trekt en trilt.
• Wanneer u in wanden of vloeren
zaagt, let dan goed op de locatie van
leiding- en bedradingswerk. Houd
het gereedschap altijd vast bij de
handgreep.
• Vermijd overbelasting.
• Laat het zaagblad gedurende enkele
seconden vrij bewegen voordat
u met zagen begint. Schakel het
gereedschap nooit in wanneer het
zaagblad vastzit in het werkstuk of in
contact is met het materiaal.
Juiste positie van de handen
(fi g. 1, 6)
WAARSCHUWING: Om het risico op
ernstig persoonlijk letsel te verminderen,
dient u ALTIJD de handen in de juiste
positie te hebben, zoals afgebeeld.
WAARSCHUWING: Om het risico op
ernstig persoonlijk letsel te verminderen,
houdt u het ALTIJD stevig vast,
anticiperend op een plotseling reactie.
Voor een juiste plaatsing van uw handen zet u één
hand op de voorste zijhandgreep (k) en de andere
op de achterhandgreep (m).
In- en uitschakelen (fi g. 1)
U kunt de machine in werking zetten door op de
schakelaar voor variabele snelheid te drukken (a). De
druk die u uitoefent op de schakelaar voor variabele
snelheid bepaalt de snelheid van het gereedschap.
Om het gereedschap te stoppen, laat u de
schakelaar los.
Schakel het gereedschap altijd uit wanneer het
werk is voltooid en voordat u de stekker uit het
stopcontact trekt.
DE ELEKTRONISCHE ZAAGSNELHEID INSTELLEN
(AFB. 1) DW311
Met de kiezer snelheidsregeling (type b) kunt u het
gewenste snelheidsbereik van tevoren instellen.
Draai de kiezer voor de elektronische
snelheidsregeling naar het gewenste niveau. De
gewenste instelling is afhankelijk van de dikte en de
aard van het materiaal.
Gebruik hoge snelheden voor het zagen van zachte
materialen zoals hout. Gebruik lage snelheden voor
het zagen van metaal.
WAARSCHUWING: Laat het
gereedschap, na gebruik gedurende
een langere periode bij lage snelheden,
ongeveer 3 minuten op de maximale
onbelaste snelheid werken.
Hout zagen
1. Klem het werkstuk stevig vast en verwijder alle
spijkers en metalen voorwerpen.
2. Houd het gereedschap met beide handen vast
en werk met de zaagschoen tegen het werkstuk
gedrukt.
Insteekzagen in hout (afb. 5)
1. Laat de zaagschoen zo op het werkstuk rusten
dat het zaagblad een geschikte hoek vormt
voor het insteekzagen.
2. Schakel het gereedschap in en breng langzaam
het zaagblad naar voren. Zorg ervoor dat de
zaagschoen te allen tijde in contact blijft met het
werkstuk.
Gaten zagen
1. Meet en markeer het gewenste gat.
2. Laat met een dun zaagblad de onderzijde van
de zaagschoen op het werkstuk rusten en
controleer dat het zaagblad op de zaaglijn is
geplaatst. Gebruik, als dat nodig is, bijv. in kleine
ruimten, de buitenste rand van de zaagschoen
als uw richtlijn.
NEDERLANDS
59