LET OP! Bedek tijdens iedere fase
van het omdraaien van de deur de
vloer met een duurzaam materiaal om
krassen te voorkomen.
BEDIENINGSPANEEL
INSCHAKELEN
1. Steek dan de stekker in het stopcontact.
2. Draai de thermostaatknop op een gemiddelde
stand.
UITSCHAKELEN
Draai de temperatuurknop op de stand "O" om het
apparaat uit te schakelen.
TEMPERATUURREGELING
De temperatuur wordt automatisch geregeld. U
kunt echter zelf een temperatuur in het apparaat
instellen.
Houd bij de instellingskeuze rekening met het feit
dat de temperatuur in het apparaat afhankelijk is
van:
DAGELIJKS GEBRUIK
LET OP! Dit koelapparaat is niet
geschikt voor het invriezen van
levensmiddelen.
HET PLAATSEN VAN DE DEURSCHAPPEN
Voor het bewaren van etenswaren van verschillende
groottes kunnen de deurrekken op verschillende
hoogtes worden geplaatst.
1. Trek het rek enigszins omhoog totdat het
loskomt.
2. Plaats het terug op een gewenste positie.
8
•
de kamertemperatuur,
•
de frequentie waarmee de deur wordt geopend,
•
de hoeveelheid etenswaren die wordt bewaard,
•
de plek van het apparaat.
Een gemiddelde instelling is over het algemeen het
meest geschikt.
Voor de bediening van het apparaat:
1. Draai de temperatuurregelaar rechtsom om een
lagere temperatuur in het apparaat te
verkrijgen.
2. Draai de temperatuurregelaar linksom om een
hogere temperatuur in het apparaat te
verkrijgen.
VERPLAATSBARE SCHAPPEN
De wanden van de koelkast zijn voorzien van een
aantal glijschoenen zodat de schappen op de
gewenste plaats gezet kunnen worden.
Verwijder de glasplaat boven de
groentelade niet om een goede
luchtcirculatie te garanderen.
GROENTELADES
In het onderste deel van het apparaat bevinden zich
speciale lades die geschikt zijn voor de opslag van
groenten en fruit.