MENU → INSTELLINGEN → Installateursniveau → Installatieconfiguratie
→ Status:
→ Gew. aanvoertemperatuur: °C
→ Act. aanvoertemperatuur: °C
→ Gew. retourtemperatuur: °C
→ BT-uitschakelgrens: °C
→ Gew. aanvoertemperatuur: °C
→ Gew. aanvoertemp.nacht: °C
→ Stooklijn:
→ Min. gew. aanvoertemp.: °C
→ Max. gew. aanvoertemp.: °C
→ Nachtmodus:
Fabrieksinstelling: Eco
Het gedrag is voor elk verwarmingscircuit afzonderlijk instelbaar.
→ Binnentemp.comp.:
Fabrieksinstelling: Inactief
172
Temperatuur selecteren, waarmee het CV-water in de CV-ketel moet terugstromen.
Fabrieksinstelling: 30 °C
Bovengrens voor de buitentemperatuur invoeren. Als de buitentemperatuur boven de inge-
stelde waarde stijgt, deactiveert de systeemthermostaat het CV-bedrijf.
Fabrieksinstelling: 21 °C
Temperatuur voor het vaste waarde-circuit selecteren, dat binnen het tijdvenster geldt.
Fabrieksinstelling: 65 °C
Temperatuur voor het vaste waarde-circuit selecteren, dat buiten het tijdvenster geldt.
Fabrieksinstelling: 0 °C
De stooklijn is de afhankelijkheid van de aanvoertemperatuur van de buitentemperatuur voor
de gewenste temperatuur (gewenste kamertemperatuur). Uitvoerige beschrijving van de
stooklijn (→ Hoofdstuk 2.10)
Fabrieksinstelling:
–
1,20 bij conventionele warmteopwekker
–
0,60 bij warmtepomp en/of gemengd circuit
Ondergrens voor de gewenste aanvoertemperatuur invoeren. De systeemthermostaat ver-
gelijkt de ingestelde waarde met de berekende gewenste aanvoertemperatuur en regelt naar
de hogere waarde.
Fabrieksinstelling: 15 °C
Bovengrens voor de gewenste aanvoertemperatuur invoeren. De systeemthermostaat ver-
gelijkt de ingestelde waarde met de berekende gewenste aanvoertemperatuur en regelt naar
de lagere waarde.
Fabrieksinstelling:
–
90 °C bij conventionele warmteopwekker
–
55 °C bij warmtepomp en/of gemengd circuit
→ Eco
De verwarmingsfunctie is uitgeschakeld en de vorstbeveiligingsfunctie is
actief.
Bij buitentemperaturen die langer dan 4 uur onder 4 °C zijn schakelt de
systeemthermostaat de warmteopwekker in en regelt naar de Afkoel-
temperatuur: °C. Bij een buitentemperatuur boven 4 °C schakelt de sys-
teemthermostaat de warmteopwekker uit. De bewaking van de buiten-
temperatuur blijft actief.
Gedrag van het CV-circuit buiten het tijdvenster. Voorwaarde:
–
In de functie Verwarmen → Modus: is Tijdgestuurd geactiveerd.
–
In de functie Binnentemp.comp.: is Actief of Inactief geactiveerd.
Als Uitgebreid in de Binnentemp.comp.: is geactiveerd, regelt de
systeemthermostaat onafhankelijk van de buitentemperatuur op de
gewenste kamertemperatuur 5 °C.
→ Normaal
De verwarmingsfunctie is ingeschakeld. De systeemthermostaat regelt
naar de Afkoeltemperatuur: °C.
Voorwaarde: in de functie Verwarmen → Modus: is Tijdgestuurd geac-
tiveerd.
→ Inactief
→ Actief
Aanpassing van de aanvoertemperatuur afhankelijk van de actuele ka-
mertemperatuur.
→ Uitgebreid
Aanpassing van de aanvoertemperatuur afhankelijk van de actuele ka-
mertemperatuur. De systeemthermostaat activeert/deactiveert aanvul-
lend de zone.
–
De zone wordt gedeactiveerd: actuele kamertemperatuur > inge-
stelde kamertemperatuur + 2/16 K
–
De zone wordt geactiveerd: actuele kamertemperatuur < ingestelde
kamertemperatuur - 3/16 K
Gebruiksaanwijzing en installatiehandleiding 0020287842_02