BESCHRIJVING VAN DE
FUNCTIES
De accu aanbrengen en verwijderen
LET OP:
Schakel het gereedschap altijd uit
voordat u de accu aanbrengt of verwijdert.
LET OP:
Houd het apparaat en de accu stevig
vast tijdens het aanbrengen of verwijderen van de
accu. Als u het apparaat en de accu niet stevig vast-
houdt, kunnen deze uit uw handen glippen waardoor
het apparaat of de accu kan worden beschadigd of
persoonlijk letsel kan worden veroorzaakt.
LET OP:
Zorg dat u voor gebruik het accudeksel
stevig afsluit. Anders zou er modder, vuil en water in kunnen
komen en het gereedschap of de accu kunnen beschadigen.
LET OP:
Schuif de accu altijd volledig naar bin-
nen totdat het rode deel niet meer zichtbaar is. Als u dit
niet doet, kan de accu per ongeluk uit het apparaat vallen
en letsel veroorzaken bij u of anderen in uw omgeving.
LET OP:
Druk de accu er niet met kracht in.
Als de accu er niet soepel in schuift, houdt u die waar-
schijnlijk in de verkeerde stand.
OPMERKING: Het apparaat werkt niet met slechts
één accu.
De accu aanbrengen:
1.
Trek de vergrendelhendel omhoog en open
daarna het accudeksel.
► Fig.16: 1. Accudeksel 2. Vergrendelhendel
2.
Lijn de lip op de accu uit met de gleuf in het appa-
raat en schuif daarna de accu erin tot deze met een
klikgeluid op zijn plaats wordt vergrendeld.
► Fig.17: (1) Accupoort 1 (2) Accupoort 2 (3) Accu
OPMERKING: Breng minstens 2 accu's aan in
accupoort 1 of accupoort 2.
3.
Steek de contactsleutel in op de plaats die in de
afbeelding is aangegeven, zover de sleutel gaat.
► Fig.18: 1. Contactsleutel
4.
Sluit het accudeksel en duw erop totdat hij wordt
vergrendeld met de borghendel.
De accu verwijderen:
1.
Trek de vergrendelhendel omhoog en open het accudeksel.
2.
Trek de accu uit het apparaat terwijl u de knop aan
de voorkant van de accu verschuift.
3.
Trek de contactsleutel eruit.
4.
Sluit het accudeksel.
De accu's omschakelen
► Fig.19: 1. Accukeuzeschakelaar
Het apparaat gebruikt 2 accu's tegelijkertijd. Maximaal
4 accu's kunnen in het apparaat worden aangebracht.
Alvorens het apparaat te gebruiken, selecteert u
accupoort 1 of accupoort 2 door de accukeuzeschake-
laar te draaien.
OPMERKING: Als slechts 2 accu's in het apparaat
zijn aangebracht, verzekert u zich ervan de accupoort
te selecteren waarin de accu's zijn aangebracht met
behulp van de accukeuzeschakelaar.
Beveiligingssysteem voor apparaat/accu
Het apparaat is uitgerust met een beveiligingssysteem voor
apparaat/accu. Dit systeem schakelt automatisch de voeding
naar de motor uit om de levensduur van het apparaat en de
accu te verlengen. Het apparaat kan tijdens het gebruik auto-
matisch stoppen als het apparaat of de accu aan één van de
volgende omstandigheden wordt blootgesteld:
Overbelastingsbeveiliging
Als de accu wordt gebruikt op een manier waardoor een
abnormaal hoge stroom wordt getrokken, stopt het apparaat
automatisch en knippert het bedrijfslampje groen. Wanneer
dat gebeurt, schakelt u het apparaat uit en stopt u de toe-
passing die ertoe leidde dat het apparaat overbelast raakte.
Schakel vervolgens het apparaat in om het weer te starten.
Oververhittingsbeveiliging
Wanneer het apparaat of de accu oververhit is, stopt het
apparaat automatisch en gaat het bedrijfslampje rood
branden. In dat geval laat u het apparaat en de accu
afkoelen, voordat u het apparaat opnieuw inschakelt.
Beveiliging tegen te ver ontladen
Als de acculading onvoldoende is, stopt het appa-
raat automatisch en knippert het bedrijfslampje rood.
Verwijder in dat geval de accu vanaf het apparaat en
laad de accu's op of vervang de accu's door volledig
opgeladen accu's.
De resterende acculading controleren
Alleen voor accu's met indicatorlampjes
► Fig.20: 1. Indicatorlampjes 2. Testknop
Druk op de testknop op de accu om de resterende
acculading te zien. De indicatorlampjes branden gedu-
rende enkele seconden.
Indicatorlampjes
Brandt
67 NEDERLANDS
Uit
Knippert
75% tot 100%
Laad de accu
opgetreden in
Resterende
acculading
50% tot 75%
25% tot 50%
0% tot 25%
op.
Er kan een
storing zijn
de accu.