NL
10. Plaats de kabelaansluitdoos (13) op de
kabelaansluitingen en vouw deze, zodat het
gesloten is, zie afbeelding E. Hierdoor worden
de kabelaansluitingen a.h.w.verzegeld, zodat
wordt voorkomen dat zij losraken.
11. Schuif het uitstekende gedeelte van de
verwarming (1) met de op de juiste manier
aangesloten kabelsamenstelling op de bovenste
buis (4), zoals weergegeven op afbeelding F.
12. Zorg ervoor dat de twee gaten in de verwarming
(1) uitgelijnd zijn met de gaten in de bovenste
buis (4).
13. Zet nu de verwarming (1) stevig op zijn plaats
door de lange schroeven (18) in de gaten van de
bovenste buis (4) vast te draaien, waarmee de
verwarming wordt vastgezet.
14. Bevestig de voedingskabel (12) aan de
basisplaat (9). Gebruik hiervoor en kabelhouder
(14) en de twee korte schroeven (19). Zie
afbeelding G.
Het bevestigen van de basis van de verwarming
(Afb. H)
Het wordt ten sterkste aanbevolen om de
verwarming aan het grondoppervlak te bevestigen,
door hiervoor gebruik te maken van de specifiek
ontwikkelde basisplaat-beugels (15). Deze beugels
voorkomen dat de verwarming omvalt, met name
als de verwarming ergens in de buitenlucht wordt
gebruikt waar veelvuldig sprake is van wind. Om de
basisplaat-beugels te monteren, gaat u als volgt
te werk:
1. Pak de basisplaat-beugels (15) op en
positioneer ze gelijkmatig verdeeld over de
basisplaat (9).
2. Markeer vervolgens via de gaten van de
basisplaat-beugels (15) de locatie voor de
boorgaten op het grondoppervlak.
3. Verwijder de basisplaat-beugels en boor gaten
op de gemarkeerde posities. Gebruik een
boorbitje met een diameter die overeenkomt
met de gebruikte keilbouten (20). Boor gaten
die ca. 10 tot 15 mm dieper zijn dan de
verwachte insteekdiepte. Controleer of de gaten
waterpas zijn en op exact dezelfde hoogte.
4. Verwijder enige verontreinigingen uit de
boorgaten en plaats de basisplaat-beugels (15)
in de juiste positie.
5. Positioneer de moer gelijk met de bovenzijde
van de keilbout (20).
6. Steek de keilbout (20) in het gat in de vloer.
22
Gebruik een hamer, steek de keilbout zo ver in
dat de sluitring en moer strak tegen de vloer zijn
bevestigd.
7. Zet nu de basisiplaat-beugel (15) op de keilbout
(11) en monteer de beugel met de sluitring en
de moer. Draai de moer handvast.
8. Gebruik een steeksleutel om het anker vast te
zetten, door de moer drie of vier hele slagen
vast te draaien.
9. Monteer daarna de 2 resterende basisplaat-
beugels (15).
4. WERKING
WAARSCHUWING. Controleer voorafgaand
aan elk gebruik van het apparaat of uw
handen droog zijn, het apparaat schoon is,
het apparaat niet is beschadigd, het
apparaat op de juiste manier werd
samengesteld en op veilige wijze op de
vloer werd bevestigd.
Aan en uitschakelen en het vermogen regelen
(Afb. A)
De verwarming kan met de Aan/Uit-schakelaar
(3) in- en uitgeschakeld worden. De verwarming
is voorzien van twee schakelaars, niet alleen om
het toestel in- en uit te schakelen, maar ook om
het vermogen van de drie beschikbare standen te
regelen:
• Links - Aan/Uit-schakelaar (10) ingeschakeld (I),
rechts - Aan/Uit-schakelaar (11) uitgeschakeld
(O): Niveau 1 - 800W
• Links - Aan/Uit-schakelaar (10) uitgeschakeld
(O), rechts - Aan/Uit-schakelaar (11)
ingeschakeld (I): Niveau 2 - 1200W
• Links - Aan/Uit-schakelaar (10) ingeschakeld (I),
rechts - Aan/Uit-schakelaar (11) uitgeschakeld
(O): Niveau 3 - 2000W
Veiligheidsschakelaar (Afb. A)
Deze verwarming is voorzien van een
veiligheidsschakelaar. Als de verwarming omvalt,
zal de verwarming automatisch uitschakelen.
Merk op dat als de verwarming weer rechtop
wordt gepositioneerd, de verwarming niet direct
zal starten met het verwarmen. Eerst dient de
verwarming uitgeschakeld te worden (lees 'aan-/
uitschakelen'), dient de stekker uit het stopcontact
genomen te worden en dient de verwarming op
WWW.VONROC.COM