I Instelling van de ventilatorsnelheid
• Druk op 4 om te selecteren:
FAN
– Lage ventilatorsnelheid
FAN
– Middelhoge ventilatorsnelheid
FAN
– Hoge ventilatorsnelheid
AUTO
FAN
–
Automatische ventilatorsnelheid De
snelheid van de binnen-fan wordt
automatisch aangepast aan de
werkingswijze. Werkt het toestel
afkoelend, dan stopt de binnen-fan af en
toe.
I Instelling van de verticale luchtstroomrichting
• Druk op 5 om te selecteren:-
AUTO
•
Voor KOELEN/DROGEN.
A U T O
Automatisch op en neer.
•
Voor VERWARMEN (alleen voor
AUTO
model met verwarmingspomp)
Wanneer de temperatuur van de
uitgestoten lucht laag is, zoals aan het
begin van de verwarmingsfunctie, dan
wordt de lucht in horizontale richting
geblazen. Wanneer de temperatuur
stijgt, wordt de hete lucht neerwaarts
geblazen.
I Instelling van de horizontale luchtstroomrichting
• Druk op 6 om te selecteren:-
Binnen-
unit
Horizontale
luchtstroom
Afstands-
AUTO
bediening
•
Voor KOELEN/DROGEN.
AUTO
Automatisch van links naar rechts.
•
Voor VERWARMEN (alleen voor
AUTO
model met verwarmingspomp)
Wanneer de temperatuur van de
uitgestoten lucht laag is, is er geen
sprake van luchtverdeling door de
jaloezieën. Wanneer de temperatuur
stijgt, worden de horizontale
ventilatiejaloezieën automatisch van
links naar rechts bewogen.
G Gebruik dit klimaatregelingstoestel in de volgende
omstandigheden:
Koelend model
(Eenheden in °C)
DBT:Droge bol temperatuur
Binnen
WBT:Natte bol temperatuur
DBT
WBT
Maximum-temperatuur
32
23
16
11
Minimum-temperatuur
Warmtepompmodel
(Eenheden in °C)
Binnen
DBT:Droge bol temperatuur
WBT:Natte bol temperatuur
DBT
WBT
Maximumtemperatuur-Koelen
32
23
(Maximumtemperatuur-Verwarmen)
(30)
(-)
Minimumtemperatuur-Koelen
16
11
(Minimumtemperatuur-Verwarmen)
(16)
(-)
G Opmerking
•
Indien de airconditioner voor langere tijd niet wordt
gebruikt, schakel de hoofdstroomtoevoer uit. Blijft het
apparaat op AAN staan, dan zal ongeveer 2,5W
elektriciteit verbruikt worden zelfs al is de binnen-unit
met de afstandsbediening UITgeschakeld.
•
Als apparaat is gestopt, en direkt daama opnieuw
aangezet, zal het pas na 3 minuten zijn functie
hervatten.
G Informatie over het gebruik
COOL – Koelen
•
Om de kamertemperatuur in te stellen op een
comfortabel koel niveau.
AUTO – Automatische bedieningsfunctie
•
Voel de binnentemperatuur om de optimale stand te
Buiten
selecteren.
•
De temperatuur wordt op de afstandsbediening niet
DBT
WBT
weergegeven tijdens de automatische werking.
43
26
DRY – Ontvochtigingsfunctie
16
11
• Een zeer zachtjes koelende werking, voorafgaand aan
de ontvochtiging. Deze werking verlaagt de
kamertemperatuur niet.
• In Soft Dry stand werkt de binnenventilator aan
lage snelheid
HEAT – Verwarmingsfunctie
Buiten
(alleen voor warmtepompmodel)
DBT
WBT
• OntvriezingawerkingAfhankelijk van de temperatuur
buiten, stopt het apparaat af en toe om ijs op de
43
26
(24)
(18)
buiten-unit te laten smelten.
• Om de kamer te verwarmen wordt warmte uit de
16
11
buitenlucht gehaald. Wanneer de temperatuur van de
(-5)
(-6)
buitenlucht daalt, kan het zijn dat het
verwarmingsvermogen van het toestel beperkt blijft.
We raden u aan gebruik te maken van een bijkomend
verwarmingstoestel wanneer de temperatuur van de
buitenlucht laag is.
FAN – Lucht circulatie functie
(alleen voor koelend model)
• Wanneer de kamertemperatuur de ingestelde
temperatuur bereikt, schakelt de werking over op een
laag luchtstroomvolume. Dat stopt wanneer de
kamertemperatuur tot 2°C onder de ingestelde
temperatuur daalt.
(Dit is nuttig wanneer u een verwarmingstoestel
gebruikt).
46