Nederlands
Afgeslepen delen
Bij het maken van doorvoeringen,
uitsparingen enz. is de volgorde van het
aanbrengen van de doorslijpvoegen
belangrijk. De laatste slijpvoeg altijd zo
aanbrengen dat de doorslijpschijf niet
kan worden ingeklemd en dat het los- of
uitgeslepen deel de gebruiker niet in
gevaar brengt.
Zo nodig kleine bruggetjes laten staan
waardoor het los te slijpen deel blijft
staan. Deze bruggetjes later
doorbreken.
Voor het definitief doorslijpen van het
deel bepalen:
Hoe zwaar is het deel
–
In welke richting kan het deel na het
–
losslijpen bewegen
Staat het onder spanning
–
Bij het uitbreken van het deel de helpers
niet in gevaar brengen.
In meerdere fasen doorslijpen
Slijplijn (A) aftekenen
N
12
Langs de slijplijn werken. Bij
N
correcties de doorslijpschijf niet
scheef drukken, maar altijd opnieuw
aanzetten – de slijpdiepte per fase
mag maximaal 5 tot 6 cm bedragen.
Dikker materiaal in meerdere fasen
doorslijpen
Platen doorslijpen
Plaat borgen (bijv. op een slipvrije
N
ondergrond, zandbed)
Geleidegroef (A) langs de
N
aangebrachte slijplijn inslijpen
Slijpvoeg (B) dieper inslijpen
N
Breuklijst (C) laten staan
N
De plaat eerst bij de
N
slijpvoeguiteinden doorslijpen,
zodat er geen materiaal uitbreekt
De plaat breken
N
Bochten in meerdere cycli
N
aanbrengen – erop letten dat de
doorslijpschijf niet scheef wordt
gedrukt
Buizen, ronde en holle voorwerpen
doorslijpen
Buizen, ronde en holle voorwerpen
N
borgen, zodat deze niet trillen,
wegglijden of wegrollen
Op de valrichting en het gewicht van
N
het los te slijpen deel letten
TS 700, TS 800