Hulpmiddelen 1
SHARPNESS (SCHERPTE): met deze functie kunt u op digitale wijze ervoor zorgen dat u bij elke
signaaltiming een duidelijk beeld hebt. Deze functie is voortdurend aanpasbaar voor een duidelijk of zachter
beeld, afhankelijk van uw voorkeur, en wordt onafhankelijk ingesteld door verschillende signaaltimings.
EXPANSION MODE (Uitbreidingsmodus): hiermee stelt u de zoommethode in.
FULL (Volledig): het beeld wordt uitgebreid naar 1280 x 1024, ongeacht de resolutie.
ASPECT (Vaste verhouding): het beeld wordt uitgebreid zonder dat de verhouding wordt gewijzigd.
OFF (Uit): het beeld wordt niet uitgebreid.
CUSTOM1 (Aangepast1): Inzoomen met vast middelpunt. Het beeld wordt 1,00 tot 3,00 maal
uitvergroot, zowel in horizontale (H. EXPANSION) als verticale richting (V. EXPANSION) in stappen
van 0,01.
CUSTOM2 (Aangepast2): Inzoomen met vaste linkerbovenhoek. Het beeld wordt 1,00 tot 3,00 maal
uitvergroot, zowel in horizontale (H. EXPANSION) als verticale richting (V. EXPANSION) in stappen
van 0,01.
VIDEO DETECT (Signaaldetectie): hiermee selecteert u de videodetectiemethode die wordt gebruikt
wanneer meer dan één computer op de monitor is aangesloten.
FIRST DETECT (Eerste detecteren): u moet de video-ingang op de modus "FIRST DETECT"
instellen. Wanneer het huidige ingangssignaal niet aanwezig is, zoekt de monitor een videosignaal op
de andere ingangspoort. Als het videosignaal zich op de andere poort bevindt, schakelt de monitor
automatisch de nieuwe gedetecteerde signaalbron in. De monitor zoekt geen andere videosignalen
wanneer de huidige videobron aanwezig is.
LAST DETECT (Laatste detecteren): u moet de video-ingang op de modus "LAST DETECT" instellen.
Wanneer de monitor een signaal weergeeft dat afkomstig is van de huidige bron en er wordt een
signaal geleverd door een nieuwe, secundaire bron, schakelt de monitor automatisch over op de
nieuwe videobron. Wanneer het huidige ingangssignaal niet aanwezig is, zoekt de monitor een
videosignaal op de andere ingangspoort. Als het videosignaal zich op de andere poort bevindt,
schakelt de monitor automatisch de nieuwe gedetecteerde signaalbron in.
NONE (Geen): de monitor zoekt geen beeldsignaal op de andere ingangspoort tenzij de monitor wordt
ingeschakeld.
DVI SELECTION (DVI-selectie): met deze functie selecteert u de DVI-ingangsmodus (Ingang 1). Nadat de
DVI-selectie is gewijzigd, moet de computer opnieuw worden opgestart.
AUTO (Automatisch): bij gebruik van de DVI-D naar DVI-D-kabel moet DVI SELECTION (DVI-selectie)
ingesteld worden op DIGITAL (Digitaal). Bij gebruik van de D-SUB naar DVI-A-kabel moet DVI
SELECTION (DVI-selectie) ingesteld worden op ANALOG (Analoog).
DIGITAL (Digitaal): de digitale DVI-ingang is beschikbaar.
ANALOG (Analoog): de analoge DVI-ingang is beschikbaar.
Opmerking: Voor Mac-computers met digitale uitgang: Voordat u de MAC-computer opstart, moet u in
"DVI SELECTION" van het schermmenu de DVI-ingangsmodus op DIGITAL instellen. Hiertoe drukt u eerst op
de knop SELECT en daarna op de knop CONTROL wanneer de DVI-signaalkabel op de DVI-I-connector
(Ingang1) van de monitor is aangesloten. Anders wordt de MAC-computer mogelijk niet opgestart.
Opmerking: bij bepaalde pc's en videokaarten, of wanneer een andere videosignaalkabel is
aangesloten, werkt deze functie mogelijk niet.
OFF TIMER (UIT-TIMER): de monitor wordt automatisch uitgeschakeld als de eindgebruiker een
voorafbepaalde duur heeft ingesteld.
Hulpmiddelen 2
LANGUAGE (Taal): de menu's van de OSM-besturingselementen zijn beschikbaar in zeven talen.
OSM LEFT/RIGHT (OSM links/rechts): u bepaalt zelf waar u het menu met de OSM-besturingselementen
op het scherm wilt laten verschijnen. Als u OSM Location (Locatie OSM) selecteert, kunt u handmatig de
positie van het menu met de OSM-besturingselementen naar links of rechts verschuiven.
OSM DOWN/UP (OSM omhoog/omlaag): u bepaalt zelf waar u het menu met de OSM-
besturingselementen op het scherm wilt laten verschijnen. Als u OSM Location (Locatie OSM) selecteert,
kunt u handmatig de positie van het menu met de OSM-besturingselementen omhoog of omlaag
verschuiven.
OSM TURN OFF (OSM uitschakelen): het menu met de OSM-besturingselementen blijft op het scherm
zolang u het gebruikt. In het submenu OSM Turn Off kunt u opgeven hoe lang de inactiviteit op de monitor moet
duren (nadat u voor het laatst een knop hebt ingedrukt) voordat het menu met de OSM-besturingselementen
automatisch verdwijnt. De vooringestelde waarden zijn 10 -120 seconden in stappen van 5 seconden.
08_Dutch
8
Nederlands-8
06/06/2005, 17:11