7. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
7.1 Problemen oplossen
Probleem
U kunt de kookplaat niet in-
schakelen of bedienen.
Er klinkt een geluidssignaal
en de kookplaat wordt uit-
geschakeld.
Er weerklinkt een geluidssig-
naal als de kookplaat wordt
uitgeschakeld.
De kookplaat schakelt uit.
Het indicatielampje van rest-
warmte gaat niet aan.
Mogelijke oorzaak
De kookplaat is niet aange-
sloten op een stopcontact of
is niet goed geïnstalleerd.
De zekering is doorgesla-
gen.
Stel gedurende 10 seconden
geen kookstand in.
U hebt twee of meer tiptoet-
sen tegelijk aangeraakt.
Pauze werkt.
Er ligt water of er zitten vet-
spatten op het bedienings-
paneel.
U hebt een of meer tiptoet-
sen afgedekt.
U hebt iets op de tiptoets
geplaatst.
De zone is niet heet, omdat
hij slechts kortstondig is be-
diend of de sensor bescha-
digd is.
NEDERLANDS
oplossing
Controleer of de kookplaat
goed is aangesloten op het
lichtnet. Raadpleeg het aan-
sluitdiagram.
Controleer of de zekering de
oorzaak van de storing is. Als
de zekeringen keer op keer
doorslaan, neemt u contact
op met een erkende installa-
teur.
Schakel de kookplaat op-
nieuw in en stel de kook-
stand binnen 10 seconden
in.
Raak slechts één tiptoets te-
gelijk aan.
Raadpleeg "Dagelijks ge-
bruik".
Reinig het bedieningspa-
neel.
Verwijder het voorwerp van
de tiptoetsen.
Verwijder het object van de
tiptoets.
Als de kookzone lang ge-
noeg in werking is geweest
om heet te zijn, neemt u
contact op met de klanten-
service.
17