2.6
Bediening van de rem
WAARSCHUWING:
Gebruik de rem enkel om te vermijden dat de rolstoel in stilstaande positie
wegrolt.
WAARSCHUWING:
vervuiling van de banden (water, olie, slijk, ...) – Controleer voor elk gebruik de
staat van de banden.
WAARSCHUWING:
Controleer voor elk gebruik de goede werking van de remmen.
2.7
Plaatsen of verwijderen van de armsteunen
VOORZICHTIG:
Risico op klemmen - Houd uw vingers, gespen en kledij uit de
buurt van de onderzijde van de armsteun.
De rem dient niet om af te remmen tijdens het rijden -
De werking van de handrem wordt beïnvloed door slijtage en
De remmen zijn instelbaar en kunnen verouderen –
Om de remmen in te schakelen:
1.
Druk de hendels
tot U een duidelijke klik voelt.
VOORZICHTIG:
ongecontroleerde bewegingen - Zorg
ervoordat alvorens de remmen los gezet
worden, de rolstoel vlak staat. Los nooit
beide remmen tegelijk.
Om de remmen uit te schakelen:
1.
Zet eerst één rem los door de hendel
naar achteren te trekken.
2.
Houd het ongeremde wiel vast aan de
grijphoepel (indien beschikbaar).
3.
Los de andere rem door de hendel
achteren te trekken.
De armsteunen van de rolstoel kunnen worden
gemonteerd met volgende instructies:
1.
Trek de sterknop
2.
Monteer de armsteun van boven uit in de
voorziene houder
3.
Laat de sterknop
4.
Draai de sterknop
5.
Controleer dat de armsteun terug goed is
vastgemaakt.
De armsteunen van de rolstoel kunnen worden
verwijderd met volgende instructies:
1.
Draai de sterknop
2.
Trek de sterknop
3.
Verwijder de armsteun uit de houder
4.
Laat de sterknop
Inovys II
van de remmen naar voren
c
Gevaar op
c
naar
c
uit.
c
.
d
los.
c
handvast aan in wijzerszin.
c
in tegenwijzerszin.
c
uit.
c
.
d
los.
c
2011-11