PROBLEMEN OPLOSSEN
De volgende symptomen geven niet een defect aan.
De volgende symptomen geven niet een defect aan.
SYMPTOOM
SYMPTOOM
Er komt damp uit de binnenunit.
Tijdens werking klinkt er geluid van stromend water.
De ruimte heeft een vreemde geur.
De binnenventilator stopt af en toe wanneer de
ventilatorsnelheid is ingesteld op automatisch.
De lucht stroomt zelfs nog verder nadat het bedrijf reeds
gestopt is.
Het apparaat begint pas na enkele minuten vertraging
nadat het opnieuw is opgestart.
Er komt water/stoom uit de buitenunit.
Timerindicator is altijd aan.
Aan/Uit-indicator knippert in de stand VERWARMEN
zonder toevoer van warme lucht (en jalouzie is gesloten).
De binnenventilator stopt af en toe tijdens verwarmen.
De AAN/UIT-indicator knippert voordat de unit wordt
ingeschakeld.
Krakend geluid tijdens bedrijf.
Twee of meer indicators voor menselijke activiteit gaan
tegelijk aan.
Controleer het volgende voordat u een onderhoudsmonteur belt.
Controleer het volgende voordat u een onderhoudsmonteur belt.
SYMPTOOM
SYMPTOOM
Verwarmings-/Koelingswerking werkt niet effi cient.
Luidruchtig tijdens werking.
Afstandsbediening werkt niet.
(De display is gedimd of het transmissiesignaal is zwak.)
Het apparaat werkt niet.
Het apparaat ontvangt geen signaal van de
afstandsbediening.
Patrol sensor of e-ion indicator op de binnenunit fl ikkert.
50
OORZAAK
OORZAAK
► • Condensatie door koelproces.
► • Stromend koelmiddel in het apparaat.
► • Dit is mogelijk een geur van vochtigheid die afkomstig is
van de muur, het tapijt, meubels of kleding.
► • Zo verdrijft u de omgevingsgeuren.
► • Extractie van de resterende warmte uit de binnenunit
(hoogstens 30 seconden).
► • De vertraging dient ter bescherming van de compressor
van de unit.
► • In de leidingen vindt condensatie of verdamping plaats.
► • Nadat de timer is ingesteld, worden de instellingen
dagelijks uitgevoerd.
► • De unit staat in de ontdooistand (en AIR SWING
(Luchzwenking) is ingesteld op AUTO).
► • Onbedoeld koelen voorkomen.
► • Dit is een initiële stap tijdens de voorbereiding voor
werking wanneer de ON timer is ingeschakeld.
► • Temperatuurveranderingen veroorzaken expansie of
contractie van het apparaat.
► • Beoordeling van hittebron en bewegingsgebied gaan
voort.
CONTROLEER
CONTROLEER
► • Stel de temperatuur correct in.
• Sluit alle deuren en ramen.
• Maak de fi lters schoon of vervang ze.
• Verwijder elke obstructie bij de lucht in- en uitlaatopingen.
► • Controleer of de unit is geinstalleerd op een helling.
• Sluit het voorpaneel correct.
► • Plaats de batterijen correct.
• Vervang zwakke batterijen.
► • Controleer of de stroomonderbreker ontkoppeld is.
• Controleer of de timers zijn ingesteld.
► • Controller, of de ontvanger niet geblokkeerd wordt.
• Het een en ander fl uorescerend licht kan eventueel de
signaalzender storen. Vraag advies aan een offi ciële
dealer.
► • Stop Patrol- of e-ion-werking en start de apparatuur
vervolgens opnieuw. Indien de surveillancesensor of
de e-ion indicator nog steeds knipperen, moet u een
bevoegde installateur om raad vragen.