Installeren
Leiding
Inbusbout
(M4 × 8 mm)
Koelventilator
Deksel
Installatiepaneel, of dergelijk, enz.
(dikte: 15 mm of meer)
446 mm
432 mm
FAN
VOLT
TEMP
CURR
150
100
1
100
1
100
2
2
70
150
70
150
0.5
0.5
70
3
3
0.3
0.3
4 /3 /2 c ha nne l Power Amplifier
4
4
50
200
50
200
(MIN)5
0.2(MAX)
50
200
(MIN)5
0.2(MAX)
LPF
HPF
INPUT
HPF
INPUT
FREQUENCY(Hz)
FREQUENCY(Hz)
SENSITIVITY(V)
FREQUENCY(Hz)
SENSITIVITY(V)
B ch
A ch
HPF OPERATION
LPF OPERATION
0
0
200 Hz
FILTER
AMP CONT
ISF
OPERATION
HPF
OPERATION
150 Hz
HPF
ON
ON
MONO(Lch)
ON
MONO(Lch)
-4
-4
100 Hz
-8
-8
70 Hz
-12
-12
50 Hz
OFF
-16
-16
-20
-20
LPF
OFF
OFF
STEREO
OFF
STEREO
30
50 100 200 400 1K (Hz)
30
50 100 200 400 1K (Hz)
Inbussleutel
Koelventilator
Zelf-tappende schroef
(ø5 × 18 mm)
Toebehoren
Naam van onderdeel
Zelf-tappende schroefven
(ø5 × 18 mm)
Inbusbout
(M4 × 8 mm)
Deksel
Afdekking voor aansluiting
(Aansluiting voor
spanningssnoer)
Inbussleutel
Ø6
Handelingen voor het installeren
Er zijn verschillende instellingen en verbindingen mogelijk al naar gelang uw
opstelling en het gebruik. Lees derhalve de gebruiksaanwijzing door om de
juiste methode te kiezen voor het instellen en verbinden.
1. Haal de kontaksleutel uit het slot en ontkoppel de negatieve pool - van de
accu ter voorkoming van kortsluiting.
2. Stel het toestel voor gebruik in.
3. Verbind de ingangs- en uitgangskabels van de toestellen.
4. Verbind de luidsprekerkabels.
5. Verbind het spanningsdraad, spanningsregeldraad en aardedraad in deze
volgorde.
6. Monteer de installatiebevestigingen in de eenheid.
7. Sluit de eenheid aan.
8. Monteer het deksel.
9. Verbind de negatieve pool - van de accu.
2LET OP
• Monteer de eenheid niet:
(op een instabiele plaats; op een plaats die het sturen bemoeilijkt; op een
vochtige plaats; op een stoffige plaats; op een plaats die warm wordt; in
direct zonlicht; op een plaats waar warme lucht stroomt)
• Installeer het toestel niet onder een mat of dergelijke. Opgewekte warmte
kan anders niet ontsnappen met beschadiging van het toestel tot gevolg.
• Installeer het toestel zodanig dat de ventilatie van het toestel niet wordt
gehinderd. Plaats geen voorwerpen bovenop het toestel.
• De behuizing van de versterker wordt tijdens gebruik warm. Daarom
dient de versterker zodanig geïnstalleerd te worden, dat er geen mensen
of voorwerpen die gevoelig zijn voor warmte mee in aanraking kunnen
komen.
• Dit toestel heeft ventilators voor het koelen van het inwendige van het
toestel. Installeer het toestel niet op een plaats waar de koelventilator en de
luchtkanalen van het toestel worden belemmerd. Het toestel kan namelijk
niet worden gekoeld wanneer de openingen zijn afgesloten waardoor de
temperatuur stijgt met problemen tot gevolg.
• Wanneer er onder de zitting of in de kofferbak gaten in de carrosserie
moeten worden aangebracht, dient u eerst te controleren of er geen
gevaar bestaat dat de benzinetank, remleidingen of kabelbomen
doorboort kunnen worden. Voorkom bovendien dat u krassen of andere
beschadigingen veroorzaakt.
• Installeer de versterker niet in het dashboard, op de hoedenplank of op
plaatsen waar de airbags worden belemmerd.
• Installeer de versterker zodanig, dat het besturen van het voertuig niet
wordt belemmerd. Als de versterker door schokken of trillingen losraakt,
kan een ongeval worden veroorzaakt.
• Kontroleer na het installeren van het toestel dat de diverse elektrische
funkties van het toestel, zoals de remlichten, richtingaanwijzers en
ruitewissers, normaal funktioneren.
Afbeelding
Aantal
4
4
1
1
1
Nederlands
11