Veiligheidsvoorschriften
Gebruik het apparaat uitsluitend voor
het bereiden van gerechten.
Het oppervlak van verwarmings- en
kookapparatuur wordt tijdens het
gebruik heet. De binnenzijden van de
oven en de verwarmingselementen
worden zeer heet. Kinderen altijd uit de
buurt van de oven houden.
Blijf in de buurt wanneer u gerechten
met vet of olie bereidt. Bij oververhitting
kan het vet of de olie gaan branden.
Reinig de oven regelmatig.
Vet- en olieresten kunnen in brand
vliegen wanneer de oven wordt
ingeschakeld.
De aansluitsnoeren van elektrische
apparaten mogen de hete kookzones
niet aanraken en mogen niet tussen de
hete deur van de oven beklemd raken.
De isolatie zou dan beschadigd kunnen
worden.
Bij een defect de zekering van de
elektrische installatie uitschakelen.
Gastoevoer afsluiten.
Bewaar geen brandbare voorwerpen in
de oven. Ze kunnen gaan branden
wanneer de oven onbedoeld wordt
ingeschakeld. Geen brandbare
voorwerpen op het kookplateau leggen.
Maak de oven of het kookplateau niet
met een stoom- of hogedrukreiniger
schoon.
Waar u op moet letten
Leg bakpapier niet los in de oven
wanneer u met hetelucht
bij het opwarmen). De
heteluchtventilator kan het papier
aanzuigen.
Hierdoor kunnen de verwarming en de
ventilator beschadigd raken.
Schuif geen bakblik op de bodem van
de oven en leg geen aluminiumfolie op
de bodem, anders hoopt de warmte
zich op. Bak- en braadtijden zijn dan
niet meer juist en het email wordt
beschadigd.
Giet nooit rechtstreeks water in de hete
oven. Het email kan dan worden
beschadigd.
Fruitsap dat van het bakblik druipt, laat
vlekken achter die niet meer verwijderd
kunnen worden. Gebruik voor het
bakken de diepere braadslede.
Ga niet op de open ovendeur zitten of
staan.
De ovendeur moet goed sluiten. De
afdichtingen van de deur moeten
schoon blijven.
Een snelkookpan bij het verwarmen in
het oog houden. Bij het bereiken van de
juiste kookdruk een lagere stand
inschakelen.
Branderdeksel voor gebruik van de
kookplaatbrander precies plaatsen.
Kookplaatbrander alléén met geplaatst
kookgoed gebruiken.
Toetsel niet als verwarming
gebruiken.
v
werkt (bijv.
59