OBJ_BUCH-1628-003.book Page 55 Wednesday, March 19, 2014 9:40 AM
– Vasthouden („Hold") van een meetwaarde, ook als het meetgereedschap
daarna wordt bewogen (bijv. omdat het meetgereedschap zich in een
stand bevindt waarin het display slecht afleesbaar is);
– Overbrengen („Copy") van een meetwaarde.
Functie „Hold":
– Druk op de toets „Hold/Copy" 6. De huidige meetwaarde b wordt in het
display vastgehouden. Alle display-elementen behalve de meetwaarde
knipperen.
– Als u naar de functie „Copy" wilt gaan, drukt u op de toets voor het ge-
luidssignaal 1. Als u een nieuwe meting wilt starten, drukt u op de toets
„Hold/Copy" 6.
Functie „Copy":
– Schakel het geluidssignaal in (zie „Geluidssignaal in- en uitschakelen",
pagina 54).
– Druk op de toets „Hold/Copy" 6. De huidige meetwaarde wordt opge-
slagen. Er klinkt een kort signaal en de indicaties voor maateenheid f en
geluidssignaal c knipperen.
– Grof gemeten waarden kunt u vóór het overbrengen corrigeren. Druk op
de toets voor het verhogen van de indicatiewaarde 4 als u de opgeslagen
meetwaarde wilt verhogen. Druk op de toets voor het verlagen van de in-
dicatiewaarde 5 als u de opgeslagen meetwaarde wilt verlagen.
– Zet het meetgereedschap neer op de plaats waarnaar de meetwaarde
moet worden overgebracht. Zoals op de afbeelding weergegeven, is de
richting van het meetgereedschap daarbij niet van belang. De richtindi-
caties a geven de richting aan waarin het meetgereedschap moet worden
bewogen om de te kopiëren hoek te bereiken. Bij het bereiken van de op-
geslagen hoek klinkt een geluidssignaal en de richtindicaties a gaan uit.
– Druk op de toets „Hold/Copy" 6 als u een nieuwe meting wilt starten.
Nulpunt wijzigen
Als u schuine hoeken (bijv. 45°) gemakkelijker wilt controleren, kunt u het
nulpunt van de meting wijzigen.
Richt het meetgereedschap zodanig, bijv. door het tegen een referentie-
werkstuk te plaatsen, dat het gewenste nieuwe nulpunt als meetwaarde
wordt aangegeven (bijv. 45,1°). Druk op de toets „Alt 0°" 3. De meetwaar-
de b en de indicatie voor het gewijzigde nulpunt e knipperen.
Grof gemeten waarden kunt u corrigeren zolang de meetwaarde b knippert.
Druk op de toets voor het verhogen van de indicatiewaarde 4 als u de opge-
slagen meetwaarde wilt verhogen. Druk op de toets voor het verlagen van
de indicatiewaarde 5 als u de opgeslagen meetwaarde wilt verlagen (bijv.
van 45,1° naar 45,0°). De weergegeven hoek wordt 3 seconden nadat voor
het laatst op een toets is gedrukt als nieuwe referentiewaarde opgeslagen.
Na het opslaan geeft de knipperende indicatie e het gewijzigde nulpunt aan.
In de meetindicatie b wordt de huidige meetwaarde met betrekking tot het
nieuwe nulpunt aangegeven. Ook de richtindicaties en geluidssignalen heb-
ben betrekking op het nieuwe nulpunt. Voorbeeld: Bij een hoek van 43,8°
ten opzichte van de horizontale lijn en een opgeslagen nulpunt van 45°
wordt 1,2° als meetwaarde aangegeven.
Als u wilt terugkeren naar het standaardnulpunt 0°, drukt u op een van de
toetsen „Alt 0°" 3, „Hold/Copy" 6 of „CAL" 4. De indicatie gewijzigd nul-
punt e gaat uit.
Hoeken aanrakingsloos meten/overbrengen
Met de laser kunt u hoeken aanrakingsloos meten of overbrengen, ook over
grote afstanden.
Richt de laserstraal niet op personen of dieren en kijk zelf niet in de
laserstraal, ook niet vanaf een grote afstand.
Gebruik altijd alleen het midden van de laserpunt voor het marke-
ren. De grootte van de laserpunt verandert met de afstand.
Als u hoeken wilt meten, richt u het meetgereedschap zodanig dat de laser-
straal langs het te meten oppervlak verloopt. Als u hoeken wilt overbren-
gen, richt u het meetgereedschap zodanig dat de gewenste hoek als meet-
waarde b wordt aangegeven en brengt u de hoek met behulp van de
laserpunt op het doeloppervlak over.
Opmerking: Houd er bij het overbrengen van hoeken met de laser rekening
mee dat de laser 24 mm boven de onderkant van het meetgereedschap
naar buiten komt.
Gelieve er rekening mee te houden dat het laserpunt horizontaal kan afwijken.
Nauwkeurigheidscontrole en kalibratie van het meetgereed-
schap
Meetnauwkeurigheid controleren
Controleer de nauwkeurigheid van het meetgereedschap altijd vóór kritische
metingen, na grote temperatuurveranderingen en na ernstige schokken.
Voor het meten van hoeken <45° dient de controle plaats te vinden op een
egaal, ongeveer horizontaal oppervlak, voor het meten van hoeken >45° op
een egaal, ongeveer verticaal oppervlak.
Schakel het meetgereedschap in en leg het op een horizontaal of verticaal
vlak.
Kies de maateenheid „°" (zie „Maateenheid wisselen (zie afbeelding A)",
pagina 54).
Wacht 10 seconden en noteer vervolgens de meetwaarde.
Bosch Power Tools
Nederlands | 55
1 609 92A 0KV | (19.3.14)