De ingestelde programmafuncties schakelen automatisch over naar de
stand-bymodus zodra de standaardtijd (zie bovenstaande tabel) of de
handmatig ingestelde tijd is verstreken.
8.4.1. Warmhouden
Selecteer de programmafunctie Warmhouden
De programma-indicator gaat branden en het programma start.
Deze functie is niet bedoeld om een koud geworden gerecht opnieuw op te war-
men, maar om een warm gerecht onmiddellijk na de bereiding warm te houden.
Houd een gerecht alleen warm in het kookgerei (pan). Dek de pan af met een
deksel.
8.4.2. Opwarmen
Met deze functie kan een koud gerecht worden opgewarmd.
Kies de programmafunctie Opwarmen
De programma-indicator gaat branden en het programma start.
8.4.3. Melk opwarmen
Deze functie is bedoeld om melk/koffie/thee of dergelijke op te warmen.
Kies de programmafunctie Melk opwarmen
De programma-indicator gaat branden en het programma start.
8.4.4. Stomen
Gebruik deze functie om bijvoorbeeld vis, vlees of groenten in een beetje vloeistof
te stomen in geschikt kookgerei.
Selecteer de programmafunctie Stomen
De programma-indicator gaat branden en het programma start.
8.4.5. Water koken
Gebruik deze functie om water te koken.
Kies de programmafunctie Water koken
De programma-indicator gaat branden en het programma start.
8.4.6. Braden
Kies de programmafunctie Braden
De programma-indicator gaat branden en het programma start.
8.4.7. Frituren
Gebruik deze functie om een gerecht in heet vet in geschikt kookgerei te frituren.
Kies de programmafunctie Frituren
De programma-indicator gaat branden en het programma start.
70
.
.
.
.
.
.
.