Basisbediening
1
Zet de POWER-schakelaar op ON om het
apparaat in te schakelen.
o Als er op dit apparaat een stereoversterker is aangesloten,
schakel deze dan altijd als laatste in.
2
Draai de knop INPUT naar de gewenste bron.
De geselecteerde bron verschijnt in de display.
o U kunt ook de ingangsselectietoetsen op de afstandsbedie-
ning gebruiken.
o Als het ingangssignaal geen digitaal audiosignaal is of het
is een audiosignaalindeling die niet wordt ondersteund
door dit apparaat, zoals Dolby Digital of DTS, wordt er geen
geluid weergegeven. Stel de digitale uitgang van het aange-
sloten apparaat in op PCM audio-uitvoer.
o Om audiobestanden af te spelen als dit apparaat is ingesteld
op "USB", dient u eerst een speciaal stuurprogramma op de
computer te installeren alvorens aan te sluiten (pagina 87).
o DSD-data kan alleen worden afgespeeld met digitaal ingangs-
signaal in USB- of DoP-indeling.
78
3
Bedien het afspeelapparaat.
Raadpleeg de bedieningshandleiding van het betreffende
apparaat.
4
Pas het geluidsvolume aan.
Bij gebruik van de lijnuitgangen
Als "LINE OUT LEVEL" is ingesteld op "VARIABLE", draai dan aan de
knop VOLUME van dit apparaat om het geluidsvolume aan te
passen.
Als "LINE OUT LEVEL" een andere instelling heeft kan het geluids-
volume niet op dit apparaat worden aangepast. Gebruik de ste-
reoversterker of een ander op dit apparaat aangesloten apparaat
om het geluidsvolume aan te passen.
Als er een hoofdtelefoon op dit apparaat is aangesloten
Draai aan de knop VOLUME van dit apparaat om het geluids-
volume aan te passen.
o Als de knop VOLUME van dit apparaat actief is worden de
volume-instellingen weergegeven.