Nederlands
50
Probleem
Het koffiezetapparaat zet
minder padkoffie per kop
dan voorheen.
De koffie wordt snel koud.
De filterkoffie is niet warm
genoeg.
Er zit koffiedik in de
thermoskan.
De koffie is minder sterk
dan verwacht.
Er lekt water uit het
koffiezetapparaat.
Mogelijke oorzaak
De zeef in het midden van de
padhouder zit mogelijk
verstopt.
U gebruikt het verkeerde type
koppen.
De koppen zijn koud.
U hebt koude melk aan de
koffie toegevoegd.
U hebt geen volle kan koffie
gezet.
U hebt de padhouder niet
verwijderd.
U hebt de thermoskan niet
voorverwarmd.
U hebt koude melk aan de
koffie toegevoegd.
Het filterzakje is mogelijk naar
binnen geklapt tijdens het
koffiezetten.
Mogelijk zat er nog water in de
thermoskan op het moment
dat u filterkoffie ging zetten.
U hebt niet genoeg
voorgemalen koffie gebruikt.
Het waterreservoir is te vol.
Oplossing
Als de zeef verstopt is, kunt u de zeef
ontstoppen met een afwasborstel. Als
u de zeef niet goed kunt ontstoppen
met de afwasborstel, plaatst u de
padhouder in het apparaat en ontkalkt
u het apparaat Ontkalk het apparaat
(zie het hoofdstuk 'Ontkalken').
Gebruik dunwandige koppen.
Dunwandige koppen absorberen de
hitte van de koffie minder dan
dikwandige koppen.
Spoel de koppen om met warm water.
U kunt het koffiezetapparaat en de kop
voorverwarmen door eerst een kop
warm water te zetten zonder een
koffiepad in de padhouder te plaatsen.
Gebruik geen koude melk die direct uit
de koelkast komt.
De koffie blijft langer warm wanneer u
een volle kan koffie zet. Zorg dat de
kan vol is als u zeker wilt weten dat de
koffie de juiste temperatuur heeft.
Als u de padhouder niet verwijdert, kan
het koffiezetten langer duren.
Spoel de thermoskan met warm
kraanwater om deze voor te
verwarmen.
Gebruik geen koude melk die direct uit
de koelkast komt.
Om te voorkomen dat het filterzakje
naar binnen klapt, kunt u de randen
omvouwen.
Controleer altijd of de kan leeg is
voordat u koffie gaat zetten.
Gebruik voor sterke koffie één volle,
onafgestreken maatlepel voorgemalen
koffie per kop.
Vul het waterreservoir nooit tot boven
het MAX-niveau.