5.
Gebruik altijd onbeschadigde schijfflenzen van
de juiste afmetingen en vorm voor de te gebrui-
ken schijf. Een goede schijfflens ondersteunt de
schijf en verkleint daarmee de kans op het breken
van de schijf. Flenzen voor doorslijpschijven kun-
nen verschillen van flenzen voor slijpschijven.
Gebruik geen deels afgesleten schijven van
6.
grotere elektrische gereedschappen. Schijven
die zijn bedoeld voor grotere elektrische gereed-
schappen zijn niet geschikt voor de hogere snel-
heid van een kleiner elektrisch gereedschap en
kunnen in stukken breken.
Aanvullende veiligheidswaarschuwingen specifiek
voor doorslijpwerkzaamheden:
1.
Laat de doorslijpschijf niet vastlopen en oefen
geen buitensporige druk uit. Probeer niet een
buitensporig diepe snede te slijpen. Een te
grote kracht op de schijf verhoogt de belasting
en de kans dat de schijf in de snede verdraait of
vastloopt, waardoor terugslag kan optreden of de
schijf kan breken.
2.
Plaats uw lichaam niet in één lijn achter de
ronddraaiende schijf. Wanneer de schijf, op het
aangrijppunt in het werkstuk, zich van uw lichaam
af beweegt, kunnen door de mogelijke terugslag
de ronddraaiende schijf en het elektrisch gereed-
schap in uw richting worden geworpen.
3.
Wanneer de schijf vastloopt of u het slijpen
onderbreekt, schakelt u het elektrisch gereed-
schap uit en houdt u dit stil totdat de schijf
volledig tot stilstand is gekomen. Probeer
nooit de doorslijpschijf uit de snede te halen
terwijl de schijf nog draait omdat hierdoor een
terugslag kan optreden. Onderzoek waarom de
schijf is vastgelopen en tref afdoende maatregelen
om de oorzaak ervan op te heffen.
4.
Begin niet met doorslijpen terwijl de schijf al in
het werkstuk steekt. Wacht totdat de schijf op
maximaal toerental draait en breng daarna de
schijf voorzichtig terug in de snede. Wanneer
het elektrisch gereedschap opnieuw wordt gestart
terwijl de schijf al in het werkstuk steekt, kan de
schijf vastlopen, omhoog lopen of terugslaan.
5.
Ondersteun platen en grote werkstukken om
de kans op het beknellen van de schijf en
terugslag te minimaliseren. Grote werkstukken
neigen door te zakken onder hun eigen gewicht. U
moet het werkstuk ondersteunen vlakbij de snijlijn
en vlakbij de rand van het werkstuk aan beide
kanten van de schijf.
Wees extra voorzichtig bij het maken van een
6.
invalslijpsnede in bestaande wanden of op
andere plaats waarvan u de onderkant niet
kunt zien. De uitstekende schijf kan gas- of water-
leidingen, elektrische bedrading of voorwerpen die
terugslag veroorzaken raken.
Veiligheidswaarschuwingen specifiek voor
schuurwerkzaamheden:
1.
Gebruik geen veel te grote schuurpapierschij-
ven. Volg de aanbevelingen van de fabrikant
bij uw keuze van het schuurpapier. Te groot
schuurpapier dat uitsteekt tot voorbij de rand van
het schuurkussen levert snijgevaar op en kan
beknellen of scheuren van de schuurpapierschijf
of terugslag veroorzaken.
Veiligheidswaarschuwingen specifiek voor
draadborstelwerkzaamheden:
1.
Wees erop bedacht dat ook tijdens normaal
gebruik borsteldraden door de borstel worden
rondgeslingerd. Oefen niet te veel kracht uit op
de borsteldraden door een te hoge belasting
van de borstel. De borsteldraden kunnen met
gemak door dunne kleding en/of de huid dringen.
2.
Als het gebruik van een beschermkap wordt
aanbevolen voor draadborstelen, zorgt u ervoor
dat de draadschijf of draadborstel niet in aanra-
king komt met de beschermkap. De draadschijf of
draadborstel kan in diameter toenemen als gevolg
van de werkbelasting en centrifugale krachten.
Aanvullende veiligheidswaarschuwingen:
1.
Bij gebruik van een slijpschijf met een verzon-
ken middengat, mag u uitsluitend met glasve-
zel versterkte schijven gebruiken.
2.
GEBRUIK NOOIT een stenen komschijf op
deze slijpmachine. Deze slijpmachine is niet
ontworpen voor dit type schijven en het gebruik
ervan kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel.
3.
Let erop dat u de as, de flens (met name de
montagekant) en de borgmoer niet beschadigt.
Als deze onderdelen beschadigd raken, kan de
schijf breken.
4.
Zorg ervoor dat de schijf niet in aanraking is
met het werkstuk voordat u het gereedschap
hebt ingeschakeld.
5.
Laat gereedschap een tijdje draaien voordat u
het op het werkstuk gaat gebruiken. Controleer
op trillingen of schommelingen die op onjuiste
montage of een slecht uitgebalanceerd schijf
kunnen wijzen.
6.
Gebruik de aangegeven kant van de schijf om
mee te slijpen.
7.
Laat het gereedschap niet ingeschakeld lig-
gen. Schakel het gereedschap alleen in wan-
neer u het vasthoudt.
8.
Raak het werkstuk niet onmiddellijk na bewer-
king aan. Het kan bijzonder heet zijn en brand-
wonden op uw huid veroorzaken.
9.
Raak accessoires niet onmiddellijk na bewer-
king aan. Deze kunnen bijzonder heet zijn en
brandwonden op uw huid veroorzaken.
10. Houd u aan de instructies van de fabrikant
voor het juist aanbrengen en gebruiken van de
schijven. Behandel de schijven voorzichtig en
berg deze met zorg op.
11.
Gebruik geen afzonderlijke verloopbussen of
adapters om slijpschijven met een groot asgat
aan dit gereedschap aan te passen.
12. Gebruik uitsluitend flenzen die geschikt zijn
voor dit gereedschap.
13. Voor gereedschap waarop schijven met een
geschroefd asgat dienen aangebracht te wor-
den, moet u ervoor zorgen dat de schroefdraad
in de schijf lang genoeg is zodat de as hele-
maal erin gaat.
14. Zorg ervoor dat het werkstuk goed onder-
steund is.
15. Houd er rekening mee dat de schijf nog een
tijdje blijft draaien nadat het gereedschap is
uitgeschakeld.
54 NEDERLANDS