Probleem
Slechte droogresultaten.
De glazen en borden vertonen
witte strepen of een blauwe
waas.
De glazen en borden vertonen
vlekken en droge waterdrup‐
pels.
De binnenkant van het appa‐
raat is nat.
Opvallend veel schuim tijdens
het wassen.
Roestresten op het bestek.
Er bevinden zich aan het ein‐
de van het programma resten
van het vaatwasmiddel in het
doseerbakje voor het vaatwas‐
middel.
Mogelijke oorzaak en oplossing
•
Serviesgoed heeft te lang in het gesloten apparaat ge‐
staan. Activeer de functie AirDry om het automatisch
openen van de deur in te stellen en de droogprestatie
te verbeteren.
•
Het glansspoelmiddel is op of de dosering van het
glansspoelmiddel is niet voldoende. Vul het doseer‐
bakje van het glansspoelmiddel of zet de glansspoel‐
middelstand hoger.
•
De kwaliteit van het glansspoelmiddel kan de oorzaak
zijn.
•
Gebruik altijd glansmiddel, zelfs met multitabletten.
•
Plastic voorwerpen moeten mogelijk met een hand‐
doek worden afgedroogd.
•
Het programma heeft geen droogfase. Raadpleeg
"Programmaoverzicht".
•
De vrijgegeven hoeveelheid glansspoelmiddel is te
hoog. Zet de dosering van het glansspoelmiddel op
een lagere stand.
•
De hoeveelheid vaatwasmiddel is te hoog.
•
De vrijgegeven hoeveelheid glansmiddel is niet vol‐
doende. Zet de dosering van het glansspoelmiddel op
een hogere stand.
•
De kwaliteit van het glansspoelmiddel kan de oorzaak
zijn.
•
Dit is geen defect van het apparaat. Vochtige lucht
condenseert op de wanden van het apparaat.
•
Gebruik de vaatwasmiddelen die specifiek zijn be‐
doeld voor gebruik in vaatwassers.
•
Gebruik een vaatwasmiddel van een andere fabrikant.
•
Spoel gerechten niet af onder stromend water.
•
Er zit te veel zout in het water dat voor het wassen
wordt gebruikt. Zie De waterontharder instellen.
•
Zilver en roestvrijstalen bestek zijn samen geplaatst.
Zet zilveren en roestvrijstalen voorwerpen niet dicht bij
elkaar.
•
De vaatwastablet raakte klem in het doseerbakje voor
het vaatwasmiddel en is daardoor niet volledig wegge‐
spoeld door het water.
•
Water kan het vaatwasmiddel niet uit het doseerbakje
wegspoelen. Controleer of de sproeiarmen niet ge‐
blokkeerd of verstopt zijn.
•
Controleer of de voorwerpen in de rekken het deksel
van het doseerbakje voor het vaatwasmiddel niet be‐
lemmeren.
NEDERLANDS
33