0
1
2 t/m 6
7
Zet voordat u verse levensmiddelen in het apparaat doet, de thermostaatre-
gelaar op stand 7. Zet de thermostaat na 3 uur in de middelste stand. Contro-
leer de temperaturen in het koelgedeelte door er een thermometer in te leggen.
De ideale temperatuur en standaardinstelling is ca. 6 °C in het koelgedeelte. Als
deze temperatuur is bereikt, kunt u levensmiddelen in het apparaat leggen.
Om het apparaat spanningsvrij te maken, zet u de thermostaatregelaar in de
stand 0 en haalt u de netstekker uit het stopcontact.
De binnentemperaturen kunnen worden beïnvloed door de standplaats
van het apparaat, de omgevingstemperatuur en de frequentie waarmee
de deur wordt geopend. Houd hier bij het instellen van de temperatuur
rekening mee.
De hoogste koelstand op de thermostaat mag alleen voor korte tijd
worden ingesteld bij hoge buitentemperaturen of als de koelkast wordt
gevuld met levensmiddelen die snel gekoeld moeten worden. Nadat de
gewenste binnentemperatuur is bereikt, moet de thermostaat weer op
een lagere stand worden gezet, omdat de temperatuur in het koelge-
deelte anders daalt tot onder 0 °C en dit een negatieve impact kan heb-
ben op de gekoelde levensmiddelen.
9. Energieverbruik optimaliseren
Neem voor een optimaal koelvermogen bij een laag energieverbruik het volgende
in acht:
Plaats het apparaat niet in de buurt van een warmtebron (zoals een radiator of
fornuis).
De ruimte waarin het apparaat staat, mag niet te warm zijn en moet droog, stof-
vrij en goed geventileerd zijn.
Zorg ervoor dat de lucht rondom het apparaat vrij kan circuleren.
Apparaat is uitgeschakeld
De hoogste temperatuur van het koelgedeelte (het
warmst)
Tussenstanden
De laagste temperatuur van het koelgedeelte (het
koudst)
DE
FR
NL
ES
IT
101