ONDERHOUDSINSTRUCTIES
Al het onderhoud aan de kettingzaag, anders dan
de items die hier in de onderhoudsinstructies in uw
gebruiksaanwijzing worden opgesomd, moet door
een professioneel iemand worden uitgevoerd.
PREVENTIEF ONDERHOUD
Een goed preventief onderhoudsprogramma van
regelmatige inspectie en verzorging zal de levensduur
van uw kettingzaag verlengen en de prestaties ervan
verbeteren. Deze onderhoudschecklist dient als
richtsnoer voor een dergelijk programma.
Schoonmaken,
bijstellen
en
onderdelen kan onder bepaalde omstandigheden
met vaker optredende en kortere dan de aangegeven
tussenpozen nodig zijn.
ONDERHOUDS-
CHECKLIST
GEBRUIK
NR
ACTIE
Schroeven/
Inspecteren/
moeren/bouten
vastdraaien
Luchtfilter
Reinigen of
vervangen
Brandstof-/oliefilter Vervangen
Bougie
Reinigen/
bijstellen/
vervangen
Vonkenscherm
Inspecteren
Indien nodig
vervangen
Brandstofleidingen Inspecteren
Indien nodig
vervangen
Remkettingonder-
Inspecteren
delen
Indien nodig
vervangen
LUCHTFILTER
LET OP:
Bedien de zaag nooit zonder
luchtfilter. Stof en zand zullen in de motor worden
getrokken en deze beschadigen. Houd het luchtfilter
schoon!
HET LUCHTFILTER REINIGEN:
1. Verwijder knop (A) terwijl u het luchtfilterdeksel
op zijn plaats houdt en verwijder de bovenste
afdekking (B) door de schroeven waarmee de
afdekking vastzit, los te draaien. Het deksel zal
loskomen. (Afb. 15A)
2. Til het luchtfilter (C) uit het luchtfilterhuis (D)
(Afb. 15B).
3. Reinig het luchtfilter. Reinig het filter met warm
water met zeep. Spoel het af in schoon, koud
water. Volledig aan de lucht laten drogen.
OPMERKING: Het is raadzaam om reservefilters op
voorraad te hebben.
4. Monteer het luchtfilter. Breng het motor-/
luchtfilterdeksel aan. Zorg ervoor dat de
vergrendeling (E), vergrendeling (F) en de
afdekking goed passen. Draai de knop waarmee
de afdekking vast zit stevig vast. (Afb. 15C en
Afb. 15D)
WAARSCHUWING:
onderhoud wanneer de motor warm is, om iedere
kans op brandwonden aan handen of vingers te
vermijden.
vervanging
van
BEDRIJFS-
ELK
UREN
BRANDSTOFFILTER
10
20
WAARSCHUWING:
nooit zonder brandstoffilter. Het brandstoffilter moet
na elke 20 uur gebruik worden vervangen. Laat de
brandstoftank helemaal leeglopen voordat u het
filter vervangt.
1. Verwijder de brandstoftankdop.
2. Neem een stukje zacht ijzerdraad en buig aan
het uiteinde een hoek.
3. Steek dit in de brandstoftankopening en
haak het achter de brandstofleiding. Trek de
brandstofleiding voorzichtig naar de opening
totdat u er met uw vingers bij kunt.
OPMERKING: Trek de slang niet helemaal uit de
tank.
4. Til het filter (A) uit de tank (Afb. 16).
5. Trek het filter met een draaiende beweging van
de leiding. Gooi het filter weg.
6. Monteer een nieuw filter. Steek het uiteinde van
het filter in de tankopening. Zorg ervoor dat het
filter onderin de hoek van de tank zit. Gebruik
indien nodig een lange schroevendraaier als
hulp bij het plaatsen van het filter.
7. Vul de tank met een vers brandstof-oliemengsel.
Raadpleeg sectie BRANDSTOF EN SMERING.
Monteer de brandstofdop.
VONKENSCHERM
OPMERKING: Een verstopt vonkenscherm zal
het prestatievermogen van de motor aanzienlijk
verlagen.
1. Verwijder de 2 bouten (A) en trek de demper
naar buiten. (Afb. 17A).
2. Verwijder de 2 schroeven waarmee de afdekking
(C) vast zit. (Afb. 17B)
3. Gooi het gebruikte vonkenscherm (D) weg en
vervang het door een nieuw exemplaar.
Verricht
nooit
4. Monteer de onderdelen van de demper weer en
monteer de demper op de cilinder. Zet ze stevig
vast.
- 87 -
C
B
A
Afb. 15A
Afb. 15B
B
F
E
Afb. 15C
Afb. 15D
Bedien uw zaag
A
Fig. 16
Afb. 16
D
F