3.3.4
Overzicht bezetting aansluitklemmen
Dit overzicht toont voor alle aansluitklemmen van de module, welke in-
stallatiedelen kunnen worden aangesloten. Afhankelijk van de installatie
kan één van de bouwdelen op de aansluitklem worden aangesloten
120/230VAC 120/230VAC
4
43 44
N
N
N L
N L
M
M
M
M
VR2*
VR1
PR1
230 V AC
PR2*
Legenda bij afbeelding boven en bij afbeelding 21 tot 29 aan het ein-
de van het document (identificatie van de aansluitklemmen
tabel 72 en 73):
grau
Bestanddelen met grijze achtergrond kunnen als optie
worden aangesloten
*
Bestanddelen van de installatie zijn als alternatief mogelijk
230 V AC Aansluiting netspanning
AHS
Alternatieve warmteproducent met signaalingang; laagspan-
1)
nings-
of netspanningszijde; aan/uit of 0-10 V signaal voor
moduleren (Alternative Heat Source)
AHSP
Alternatieve warmteproducent zonder signaalingang
(Alternative Heat Source Passive)
B
Buffervat (Buffer)
BC
Wandtoestel elektronica (Basic Controller)
CC
Combiboiler (Combi Cylinder)
CHC
Conventionele warmteproducent: cv-ketel
(Combi Heating Centre)
CON
Bedieningseenheid met BUS-systeem EMS 2; signaalin-/
uitgang voor systemen met conventionele en alternatieve
warmteproducent en codeerschakelaarstand 1 (Controller)
CONM
Bedieningseenheid met BUS-systeem EMS 2; signaalin-/
uitgang voor systemen met autonome alternatieve warmte-
producent en codeerschakelaarstand 10 (Controller Master)
DHWC
Warmwaterboiler (Domestic Hot Water Cylinder)
HS
Conventionele warmteproducent (Heat Source)
Aansluiting HS op OEV alleen bij regelaars met EMS 1-toeste-
lelektronica: bij EMS 2-toestelelektronica is deze aansluiting
niet nodig
FS
Verswaterstation (Freshwater Station)
1) Klembezetting laagspanningszijde: 1, 2 – aan/uit (max. 24 V); 3 – massa; 4 – 0-
10 V signaal
ME 200 – 6720884576 (2019/08)
ME 200
120/230 V AC
VR2
VR1
PR1
N 14
N
43 44
N 14
120/230 V AC
VB1
OA3
N L
N
L
N 43
44 15
16
4
43 44
N
M
230 V AC
VB1
AHS/
AWE
(bijvoorbeeld "VR2" of "PR2" op de aansluitklem "VR2"). Afhankelijk van
het gebruik van de module is de gelijktijdige aansluitingen van bepaalde
bouwdelen nodig of uitgesloten.
4 5 6
3
7
2
8
1
9
10
10
0
24 V
TR1 TB1
TB2 TB3
TB4
1 2 1 2
1 2 1
2 1
2
24 V
OA1
OA2
T1
TR2
OEV
on/off
0-10 V
Adr.9-10
1 2 1 2
1 2 1
2 3
4
N
T1
TR2
HS
AHS/
CONM
AWE
(autark)
Warmteproducent-elektronica (Master Controller)
MC
PR1
120/230 V AC: pomp alternatieve warmteproducent (Pump
Return); ≤ 24 V: stuursignaal
warmteproducenten (0-10 V/PWM) voor vermogensregeling
PR2
Aansluiting pomp voor cv-circuit 1 bij autonome alternatieve
warmteproducenten
MS
Solarmodule (Solar Module)
T1
Buitentemperatuursensor, alleen bij codeerschakelaarstand
10 nodig (Temperature sensor),
TA1
Aanvoertemperatuursensor alternatieve warmteproducent
(Temperature Alternative)
TB1
Buffervat-temperatuursensor boven (Temperature Buffer)
TB2
Buffervattemperatuursensor midden
TB3
Sensor bufferboilertemperatuur onder
TB4
Temperatuursensor systeemaanvoer
TF1
Rookgastemperatuursensor alternatieve warmteproducent
(Temperature Flue gas)
TR1
Retourtemperatuursensor alternatieve warmteproducent
(Temperature Return)
TR2
Retourtemperatuursensor cv-installatie
VB1
Aansluiting mengkraan
VR1
Aansluiting mengkraan
cent (Valve Return)
VR2
Aansluiting omschakelventiel voor bypass van de conventio-
nele warmteproducent
2) Klembezetting:1 – massa; 2 – PWM/0-10 V; 3 – PWM-ingang
3) Let op bij omschakelventiel: klem 43 werkt in de richting van het buffervat
1 2 3
PWM
TA1
TF1
OR1
TF1
PR1
1 2
3
4
1
2 3
BUS
BUS
BUS
1 2
1
2
1 2
CON
CON
TR1
TB1
TB2
BC/MC
BC/MC
2)
bij autonome alternatieve
3)
retour buffervat (Valve Buffer)
3)
retour alternatieve warmteprodu-
Installatie
PWM: 1-2
0-10 V: 1-3
0-10V
TB3
TB4
TA1
0010016173-003
53