AUX-ingang aan achterzijde
Via de AUX-ingang aan de achterzijde (Rear-AUX-
IN) kunt u verschillende externe audiobronnen op
de autoradio aansluiten:
•
C'n'C-geschikte apparaten uit het Blaupunkt-
toebehorenprogramma (bijv. een C'n'C-ge-
schikte Bluetooth®/USB- of iPod®/USB-inter-
face; C'n'C = Command and Control).
•
CD-wisselaar
•
Andere externe audiobronnen zoals bijvoor-
beeld draagbare CD-spelers, MiniDisc-spelers,
MP3-spelers of een niet C'n'C-compatibele
Blaupunkt-interface.
Opmerking:
Voor het aansluiten van een externe audio-
bron via de AUX-ingang op de achterzijde
heeft u een adapterkabel nodig. Deze kabel
(Blaupunkt-nr. 7 607 897 093) is verkrijg-
baar bij uw Blaupunkt-vakhandel.
Controleer voordat u een bepaald apparaat aan-
sluit, eerst de modus van de AUX-ingang op de
achterzijde en wijzig eventueel de instelling (zie
hoofdstuk "Gebruikersinstellingen", paragraaf "In-
stelling in gebruikersmenu uitvoeren", menupunt
"CDC"). Let er op dat u de instellingen uitsluitend
wijzigt zolang er geen apparaat op de AUX-ingang
aan de achterzijde is aangesloten. Verwijder eerst
eventueel aangesloten apparaten bij uitgescha-
kelde autoradio.
C'n'C-weergave starten
u
Druk net zo vaak op toets SRC 6 totdat de
naam van het via C'n'C aangesloten apparaat
op het display verschijnt.
De weergave begint.
Opmerkingen:
•
De C'n'C-weergave kan alleen worden ge-
kozen wanneer een geschikt apparaat op
een C'n'C-interface is aangesloten.
•
Lees voor de bediening van de radio in
C'n'C-bedrijf het hoofdstuk "CD-/MP3-/
WMA-/C'n'C-/CD-wisselaar- weergave".
Externe audiobronnen Klankinstellingen
•
U kunt gebruik makend van een geschikte
adapterkabel tot maximaal 3 C'n'C-compa-
tibel Blaupunkt-interfaces op de autoradio
aansluiten. Om er voor te zorgen dat de au-
toradio de verschillende interfaces kan on-
derscheiden, kunt u aan elke interface een
individueel apparaatnummer toekennen
(zie hoofdstuk "Gebruikersinstellingen",
paragraaf "Instelling in gebruikersmenu
uitvoeren", menupunt "C'N'C").
AUX-weergave starten
u
Druk net zo vaak op toets SRC 6 totdat
"CDC / AUX" op het display verschijnt.
De weergave begint.
Opmerking:
U kunt voor de AUX-ingang op de achterzijde
een eigen naam invoeren, welke in AUX-weer-
gave op het display wordt weergegeven, wan-
neer u de aangesloten audiobron heeft gese-
lecteerd (zie hoofdstuk "Gebruikersinstellin-
gen", paragraaf "Instelling in gebruikersmenu
uitvoeren", menupunt "AUX EDIT").
Klankinstellingen
In het audio-menu kunt u de volgende klankkleur-
instellingen veranderen:
•
Bas en treble instellen
•
Volumeverdeling links/rechts (balans) resp.
voor/achter (fader) instellen
•
Versterking van de lage tonen bij laag volume
(X-Bass) instellen.
In het uitgebreide audio-menu kunt u daarnaast
de volgende instellingen uitvoeren:
•
3-band-equalizer instellen:
–
Middentonenniveau instellen.
–
Bas-, midden- en hoge tonen frequentie
kiezen.
–
Kwaliteitsfactor voor bas en middentonen
instellen.
•
Uitgebreide X-Bass-instellingen uitvoeren (ni-
veau en frequentie)
99