Gebruik een beschermende uitrusting.
9
Draag een veiligheidsbril.
–
Gebruik een ademmasker bij werkzaamheden,
–
waarbij stof vrijkomt.
Sluit de stofafzuiginrichting aan als u hout, hout-
10
achtig materiaal of kunststof bewerkt. OPGELET!
Bij bewerking van metaal mag de stofafzuiging
niet aangesloten worden. Brand- en explosie-
gevaar door hete spaanders of rondspattende
vonken! Verwijder bij het bewerken van metaal
ook de spaanopvangzak (21).
Als er aansluitingen voor de stofafzuiging en
–
een opvanginrichting voorhanden zijn, contro-
leer dan of deze aangesloten zijn en juist ge-
bruikt worden.
Het gebruik in gesloten ruimtes is bij het bewer-
–
ken van hout, houtachtig materiaal en kunst-
stof enkel met een geschikte afzuiginrichting
toegelaten.
Gebruik de kabel niet voor toepassingen, waar-
11
voor deze niet voorzien is.
Trek nooit aan een kabel om de stekker uit het
–
stopcontact te halen. Bescherm de kabel tegen
hitte, olie en scherpe kanten.
Beveilig het werkstuk.
12
Gebruik de spaninrichtingen of een schroefstok
–
om het werkstuk vast te klemmen. Zo zit het
veiliger vast dan als u het met uw hand vast-
houdt en kunt u de machine met beide handen
bedienen.
Bij lange werkstukken is een extra steun (tafel,
–
schraag,...) nodig om te vermijden dat de ma-
chine kantelt.
Druk het werkstuk altijd vast tegen het werkblad
–
en de aanslag om te verhinderen dat het heen
en weer beweegt of omdraait.
Vermijd een ongewone lichaamshouding.
13
Sta stevig en bewaar altijd uw evenwicht.
–
Vermijd een onhandige positie van uw handen,
–
waarbij een of beide handen het zaagblad kun-
nen aanraken als deze plots wegschuiven.
Onderhoud uw gereedschap zorgvuldig.
14
Houd het snijgereedschap scherp en schoon
–
om beter en veiliger te werken.
Volg de instructies voor het smeren en vervan-
–
gen van het gereedschap.
Controleer regelmatig de aansluitleiding van
–
het elektrische gereedschap en laat deze bij
beschadiging door een erkende specialist ver-
vangen.
Controleer regelmatig de verlengsnoeren en
–
vervang deze bij beschadiging.
Houd de handgrepen droog, zuiver en vrij van
–
olie en vet.
Trek de stekker uit het stopcontact.
15
Verwijder nooit losse splinters, spaanders of
–
geklemde stukken hout als het zaagblad draait.
Bij het niet gebruiken van het elektrische gereed-
–
schap, voor het onderhoud en bij het vervangen
van onderdelen, bijv. zaagblad, boor, frees.
146
BE-VLG
Als het zaagblad bij het snijden door een te
–
grote vooruitstuwende kracht blokkeert, schakel
dan de machine uit en koppel deze los van het
elektriciteitsnet. Verwijder het werkstuk en con-
troleer of het zaagblad vrij kan draaien. Scha-
kel de machine in en begin opnieuw te snijden,
maar met minder vooruitstuwende kracht.
Laat geen gereedschapssleutels zitten.
16
Controleer voor het inschakelen dat instelge-
–
reedschap of schroefsleutels verwijderd zijn.
Vermijd een onopzettelijke start.
17
Wanneer u de stekker in het stopcontact steekt,
–
controleer dan eerst of de schakelaar op ‚uit' staat.
Gebruik verlengsnoeren voor buiten.
18
Gebruik in openlucht enkel daarvoor toegelaten
–
en zo aangeduide verlengsnoeren.
Gebruik een kabelhaspel enkel in uitgerolde
–
toestand.
Wees steeds aandachtig.
19
Let goed op wat u doet. Ga verstandig te werk.
–
Gebruik het elektrische gereedschap nooit wan-
neer u niet geconcentreerd bent.
20
Controleer het elektrische gereedschap op even-
tuele schade.
Controleer voor een verder gebruik van het
–
elektrische gereedschap beveiligingsinrichtin-
gen of licht beschadigde onderdelen zorgvuldig
op een vlekkeloze en reglementaire werking.
Controleer of de bewegende onderdelen on-
–
berispelijk functioneren, niet klemmen en of er
geen onderdelen beschadigd zijn. Alle onder-
delen moeten juist gemonteerd zijn en aan alle
voorwaarden voldoen om een correcte werking
van het elektrische gereedschap te garanderen.
De bewegende beschermkap mag in geopende
–
toestand niet vastgeklemd worden.
Beschadigde beveiligingsinrichtingen en onder-
–
delen moeten reglementair, door een erkende
klantenservice gerepareerd of vervangen wor-
den, tenzij in deze gebruiksaanwijzing anders
is vermeld.
Beschadigde schakelaars moeten door de klan-
–
tenservice worden vervangen.
Gebruik geen defecte of beschadigde aansluit-
–
leidingen.
Gebruik geen elektrisch gereedschap waarbij
–
de schakelaar niet in- en uitgeschakeld kan
worden.
OPGELET!
21
Wees bijzonder voorzichtig bij dubbele ver-
–
steksneden!
OPGELET!
22
Het gebruik van andere inzetstukken en toebe-
–
horen kan letsels veroorzaken.
Laat uw elektrisch gereedschap door een elektri-
23
cien repareren.
Dit elektrische gereedschap voldoet aan de des-
–
betreffende veiligheidsbepalingen. Enkel een
elektricien mag reparaties uitvoeren en moet daar-
bij originele reserveonderdelen gebruiken; anders
kan dat tot ongevallen voor de gebruiker leiden.