Verbinden van de bedieningskabel
De bedieningskabel is bij het verlaten van de fabriek met de
speler/tuner verbonden. Verbind de kabel met de versterker.
• Indien de versterker en speler/tuner niet middels de
bedieningskabel zijn verbonden, kunt u het systeem niet
bedienen.
• U kunt de speler/tuner naast de versterker plaatsen.
Aansluiten van de AM-ringantenne
Zorg ervoor dat de draad correct is aangesloten.
1. Houd ingedrukt
2. Steek in
Voor een betere FM/AM-ontvangst
FM-buitenantenne (niet bijgeleverd)
Ontkoppel de bijgeleverde FM-antenne en verbind
een FM-buitenantenne met gebruik van een 75 Ω
draad met coaxiale stekker (IEC of DIN45325).
Vinyl-bedekt draad (niet
bijgeleverd)
Strek in horizontale richting uit.
AM-ringantenne
Houd aangesloten.
5
Speler/tuner
Versterker
3. Laat los
F M
C O A
X L
7 5 Ω
A M
E X T
A M
L O O
P
A N T
E N N
A
• Zorg dat de antennegeleiders geen contact maken met
andere aansluitingen, snoeren en het netsnoer. Houd de
antenne tevens uit de buurt van metalen onderdelen van het
systeem, snoeren en het netsnoer. De ontvangst wordt
anders mogelijk slechter.
Aansluiten van de luidsprekersnoeren
Controleer dat beide luidsprekers juist en stevig zijn
aangesloten.
2. Steek in
1. Ontgrendel
Verbind de luidsprekersnoeren in overeenstemming met de
polariteit van de luidsprekeraansluitingen: Het zwarte snoer
met (–), en het rode snoer met (+).
• Verbind NIET meer dan één luidspreker met
iedere aansluiting.
• Zorg dat de geleiderdraden van de
luidsprekersnoeren GEEN contact maken
met andere metalen onderdelen van het
systeem.
• Indien het draad van de AM-ringantenne of
luidsprekersnoeren met vinyl bedekt zijn, moet u het vinyl
verwijderen door het te draaien zodat het uiteinde van de
antennedraad of luidsprekersnoeren blootligt.
3. Vergrendel