Afb. 9
Programmatoets
(Achterkant van het bord)
Voorbeeld – Om de impulstelling van de fabrieksinstelling „1" op „2" te configureren ...
Druk programmatoets 2 x in en laat hem dan weer los.
Wacht totdat de indicatie uitgaat.
De indicatie knippert 1 x om de actuele instelling aan te geven.
Druk op de 2 x programmatoets om de instelling „2" terug te zetten en laat hem
dan weer los.
De indicatie knippert 2 x als bevestiging dat de optie opgeslagen is en de melder
keert terug naar de normale modus.
Instellingen wijzigen
Om de instellingen te wijzigen, drukt u op de
programmatoets [afb. 9] voor de optie die u wilt wijzigen,
d.w.z. 1 x voor het bereik en 2 x voor de impulstelling.
Wacht 4 seconden totdat de rode led uitgaat. De indicatie
toont de actuele instelling. Om de instelling voor deze
optie te wijzigen, drukt u de toets in tot de gewenste
instelling bereikt is. De indicatie brandt 2 x en de
wijzigingen worden opgeslagen. (Alle wijzigingen van
instellingen worden in het geheugen van de melder
opgeslagen en blijven ook na een spanningsuitval
behouden.)
Rode led
70