1. Boter, kaas, enz.
2. Voedsel in potten en flessen
3. Dranken, bv. melk
4. Gekookt voedsel
5. Yoghurt, conserven, etc.
6. Flessen van 75 cl of kant-en-klare maaltijden enz.
7. Vers vlees en vis
8. Fruit en groenten
De meest energiebesparende configuratie vereist dat lades,
levensmiddelenschappen en planken in het product worden geplaatst,
zie de bovenstaande afbeeldingen.
De koelkastplanken kunnen naar behoefte worden verplaatst in het
koelgedeelte. Om de plank te verplaatsen, tilt u het achterste gedeelte
omhoog en trekt u de plank dan naar buiten toe. Om de plank terug te
plaatsen, schuift u deze weer in de gleuf en brengt u de achterkant
omlaag.
De wijnrekken kunnen naar wens worden gebruikt of ingetrokken.
•
Geadviseerd wordt om de temperatuur in het koelvak in te stellen op 4°C
•
Voor de meeste levensmiddelencategorieën wordt de langste bewaartijd in het koelvak bereikt
bij koudere temperaturen. Aangezien sommige producten (zoals verse groenten en fruit) door
koudere temperaturen beschadigd kunnen worden, wordt geadviseerd ze in de crisperlades te
bewaren, indien aanwezig. Indien niet aanwezig, handhaaf dan een gemiddelde instelling van
de thermostaat.
Bedieningspaneel
A
A. Sensor aanpassing koelkasttemperatuur
Deze knop wordt gebruikt om de temperatuur in de koelkast aan te passen. Druk op deze sensor
om aanpassingen te maken, en daarna zo vaak als nodig is tot het gewenste niveau is geselecteerd.
De instellingen gaan van 1 tot 6, waarbij 1 de warmste is en 6 de koudste.
Let op: Vermijd voor zover mogelijk dat de temperatuurinstelling altijd op 6 blijft staan. Dit helpt
om de belasting van de compressor en het koelsysteem te verlichten.
B. Instelscherm koelkasttemperatuur
Op dit display wordt de huidige temperatuurinstelling verlicht weergegeven. Het afstellen van de
temperatuur verloopt via deze weergave.
B
107
Afb. 1
Afb. 2
C