nl
Schoonmaken van
het apparaat
ã=
Attentie
Gebruik geen schoonmaak of
■
oplosmiddelen die zand, chloride of
zuren bevatten.
Geen schurende of krassende
■
sponsjes gebruiken. Op de metalen
oppervlakken kan corrosie ontstaan.
De legplateaus en voorraadvakken
■
mogen niet in de afwasautomaat
gereinigd worden. Ze kunnen
vervormen!
U gaat als volgt te werk:
1. Vóór het schoonmaken het apparaat
uitschakelen.
2. Stekker uit het stopcontact trekken of
de zekering losdraaien
resp. uitschakelen!
3. Levensmiddelen verwijderen en op
een koele plaats bewaren. De koude-
accu (indien aanwezig) op
de levensmiddelen leggen.
4. Wachten tot de rijplaag is ontdooid.
58
5. Het apparaat schoonmaken met
een zachte doek en lauw water
met een scheutje pH neutraal
schoonmaakmiddel. Het afwaswater
mag niet in de verlichting of via het
afvoergat in het verdampingsgedeelte
terechtkomen.
6. Deurafdichting alleen met schoon
water schoonmaken en grondig
droogwrijven.
7. Na het schoonmaken apparaat weer
aansluiten en inschakelen.
8. Levensmiddelen weer aanbrengen.
Be- en ontluchtingsopening
Afb. 8
Het ventilatierooster in de sokkel kan ter
reiniging worden verwijderd. Daartoe de
klemmen in de ventilatieopeningen naar
onderen drukken en tegelijkertijd het
ventilatierooster naar voren wegtrekken.