bouwd zijn, dan de robotmaaier niet in het
water kan vallen. Dat zou namelijk kunnen
leiden tot elektrische schade aan het ap-
paraat.
Paden/straten
Als er zich paden en straten bevinden op
hetzelfde niveau als het maaiveld, dan
kan de robotmaaier deze vlot oversteken.
Als er een hoogteverschil tussen het
maaiveld en het pad of de straat bestaat,
baken dan het pad of de straat af met een
veiligheidsafstand van ong. 40 cm.
Smalle passages
Smalle passages op het afgebakende
maaiveld moeten minimaal 1,2 m breed
en maximaal 8 m lang zijn (zie afbeelding
).
m
Begrenzingskabel en
laadstation verbinden
1. Strip ongeveer 10-15 mm van de uit-
einden van de begrenzingskabel (6)
met behulp van een striptang.
2. Sluit het naar achteren lopende uitein-
de van de begrenzingskabel (6) aan
op de met "S1" gemarkeerde klem
(31).
3. Steek het andere uiteinde van de be-
grenzingskabel (6) door de moer (32)
onder het laadstation (12).
4. Sluit dit uiteinde aan op de met "+" ge-
markeerde klem (30).
5. Controleer de indicator (25) op het
laadstation.
Brandt de indicator (25) continu groen,
dan is de begrenzingskabel (6) correct
op het laadstation (12) aangesloten.
Laat de begrenzingskabel (6) tij-
dens het leggen één meter vieren
om speling te laten voor correcties.
Leg de "eruit stekende" resten van
de begrenzingskabel niet samen.
Dat kan namelijk leiden tot storin-
gen en stilvallen van de robotmaai-
er.
In- en uitschakelen
Robotmaaier inschakelen
1. Druk op de aan-/uitknop (5) op de
onderkant van de robotmaaier (stand
"1").
2. Druk op de Power-toets (17) op het
bedieningspaneel van het LCD-
scherm.
Het LCD-scherm (23) schakelt in.
Robotmaaier uitschakelen
3. Druk op de aan-/uitknop (5) op de
onderkant van de robotmaaier (stand
"0").
Instellingen
Als de fabrieksinstellingen voor u niet
voldoende zijn, biedt de robotmaaier de
volgende instellingsopties, die u via het
bedieningspaneel (15) kunt instellen.
Taal instellen
1. Open de afdekking van het LCD-
scherm (2).
2. Ontgrendel het LCD-scherm (23) met
de 4-cijferige pincode. Deze is fa-
brieksmatig ingesteld op "1-2-3-4".
3. Selecteer met de pijltoetsen (20) het
pictogram "Algemene instellin-
gen".
NL
103