Beeldregeling
PC instellingen
AV-instellingen
26
NL
"Schermmodus": Zie "Het schermformaat handmatig wijzigen zodat dit overeenkomt
met de uitzending" op pagina 14 voor meer details over de beeldinstelling.
"Auto Formaat": Wijzigt automatisch de beeldinstelling naar aanleiding van het
uitgezonden signaal. Selecteer "Uit" om uw instellingen te behouden.
"Beeldbereik": past het beeldgebied aan van 1080i/p- en 720p-bronnen als
"Schermmodus" is ingesteld op "Wide".
• " A uto": tijdens digitale uitzendingen worden beelden weergegeven in
overeenstemming met de instellingen die worden aanbevolen door het
uitzendstation.
• " H oge resolutie": geeft beelden in de oorspronkelijke grootte weer.
• " N ormaal": geeft beelden in de aanbevolen grootte weer.
"Horiz. Verschuiven": Hiermee wordt de horizontale positie van het beeld
aangepast.
"Vertic. Verschuiven": Hiermee wordt de verticale positie van het beeld
aangepast als "Schermmodus" is ingesteld op "Smart", "Zoom" of "14:9".
"Verticale Grootte": Past de verticale grootte van het beeld aan als
"Schermmodus" is ingesteld op "Smart".
"Schermmodus": Selecteert een beeldinstelling voor de weergave van
ingangssignalen van uw PC.
• "Volb. 1": Vergroot het beeld, zodat het verticale beeldbereik wordt
opgevuld, maar de oorspronkelijke horizontale-tot-verticale beeldverhouding
behouden blijft.
• "Volb. 2": Vergroot het beeld zodat dit het beeldbereik vult.
"Reset": Hiermee zet u de PC-beeldinstellingen op de fabrieksinstellingen.
"Auto Adjustment": Past automatisch de weergavepositie, fase en pitch van het
beeld aan als de televisie een ingangssignaal van de aangesloten PC ontvangt.
z
"Auto Adjustment" werkt mogelijk niet goed met bepaalde ingangssignalen. In
dergelijke gevallen kunt u "Fase", "Pitch" en "Horiz. Verschuiven" handmatig
aanpassen.
"Fase": Past de fase aan als het beeld flikkert.
"Pitch": Past de pitch aan als het beeld ongewenste verticale strepen vertoont.
"Horiz. Verschuiven": Hiermee wordt de horizontale positie van het beeld
aangepast.
"Power Management": Schakelt de televisie naar de stand-by stand, als er
gedurende 30 seconde geen signaal in de PC-ingang is ontvangen.
"AV voorkeuze": Hiermee stelt u een naam in voor een apparaat dat is
aangesloten op de aansluitingen aan de zij- of achterkant. De naam wordt kort op
het scherm weergegeven als het apparaat wordt geselecteerd. U kunt een
ingangsbron waarop geen apparatuur is aangesloten overslaan.
F
f
1 Druk op
/
om de gewenste ingangsbron te selecteren en druk op
F
f
2 Druk op
/
om de gewenste optie hieronder te selecteren en druk op
•
-, KABEL, SAT, VCR, DVD/BD, SPEL, AUDIOSYSTEEM, CAM, PC: maakt
gebruik van een van de vooringestelde namen om een naam toe te wijzen aan de
aangesloten apparatuur.
• "Wijzig:": hiermee maakt u een eigen naam.
F
1 Druk op
/
("_" voor een blanco spatie) te selecteren en druk vervolgens op
Als u een verkeerd teken invoert
G
Drukt u op
F
f
op
/
om het juiste teken te selecteren.
2 Herhaal stap 1 totdat de naam voltooid is.
3 Selecteer "OK" en druk vervolgens op
•
"Overslaan": Slaat een ingangsbron waarop geen apparatuur is aangesloten
over als u op F/f drukt om de ingangsbron te selecteren.
"AV2-ingang": Hiermee wordt een signaal ingesteld dat wordt ingevoerd via de
aansluiting met de aanduiding
televisie.
• "Auto": Schakelt automatisch over tussen signalen van de RGB-ingang, S-
video-ingang, Composiet-video-ingang, afhankelijk van het ingangssignaal.
• "RGB": Zorgt voor de invoer van het RGB-signaal.
• "S Video": Zorgt voor de invoer van het S-videosignaal.
• "Composiet": Zorgt voor de invoer van het Composiet-videosignaal.
f
om de gewenste letter of het gewenste nummer
g
/
om het foutieve teken te selecteren. En drukt u vervolgens
/
/
.
AV2 op de achterzijde van de
.
.
g
.