Nederlands
2
1
1
► Moeren (1) losdraaien.
► Kettingrem lossen.
► Zaagblad bij de neus optillen en de spanschroef (2) zo
lang rechtsom of linksom draaien, tot aan de volgende
voorwaarden is voldaan:
– De afstand a in het midden van het zaagblad bedraagt
1 mm tot 2 mm.
– De zaagketting kan nog met twee vingers en geringe
krachtsinspanning over het zaagblad worden
getrokken.
► Zaagblad bij de neus verder optillen en de moeren (1)
vastdraaien.
► Als de afstand a in het midden van het zaagblad niet 1 mm
tot 2 mm bedraagt: zaagketting opnieuw spannen.
6.3
Zaagkettingolie bijvullen
De zaagkettingolie zorgt voor de smering en de koeling van
de ronddraaiende zaagketting.
► Motor afzetten en kettingrem inschakelen.
► Motorzaag zo op een vlakke ondergrond plaatsen dat de
olietankdop naar boven is gericht.
► Het gebied rondom de olietankdop schoonmaken met een
vochtige doek.
18
a
► De beugel van de olietankdop opklappen.
► Olietankdop tot aan de aanslag linksom draaien.
► Olietankdop wegnemen.
► De zaagkettingolie zo bijvullen dat er geen zaagkettingolie
wordt gemorst en de olietank niet tot aan de rand wordt
gevuld.
► Als de beugel van de olietank is ingeklapt: de beugel
opklappen.
► De olietankdop zo aanbrengen dat de markering (1) naar
de markering (2) is gericht.
► De olietankdop naar beneden drukken en tot aan de
aanslag rechtsom draaien.
De olietankdop klikt hoorbaar vast. De markering (1) is
naar de markering (3) gericht.
► Controleren of de olietankdop naar boven kan worden
losgetrokken.
6 Motorzaag completeren
1
1
3
2
0458-890-7621-A