• Breng uw handen of vingers NOOIT in de zaaglijn van
het zaagblad. Wees vooral voorzichtig tijdens
verstekzagen.
• Zet de breedtegeleider altijd goed vast om gevaarlijke
terugslag te voorkomen.
• Gebruik altijd hulpmiddelen zoals duwstokken en
duwblokken wanneer u kleine of smalle werkstukken
zaagt.
Hulpmiddelen
Duwstokken, duwblokken of een extra hulpgeleider zijn
voorbeelden van hulpmiddelen. Gebruik ze om veilig
zuivere zaagsneden te maken zonder dat de bedienaar
met enig deel van zijn lichaam in aanraking komt met het
zaagblad.
Duwblok (zie afb. 32)
Gebruik een stuk multiplex van 19 mm dik.
De handgreep moet in het midden van het stuk multiplex
zitten. Bevestig met lijm en houtschroeven zoals
afgebeeld. Het kleine stuk hout (9,5 mm x 8 mm x 50 mm)
moet altijd aan het triplex gelijmd worden om te
voorkomen dat het zaagblad stomp wordt als de bediener
per ongeluk in het duwblok zaagt. (Gebruik nooit spijkers
in het duwblok.)
Extra hulpgeleider (zie afb. 33)
Maak een hulpgeleider van stukken multiplex van 9,5 mm
en 19 mm dik
Schulpen
LET OP:
• Voor schulpen moet de verstekgeleider vanaf de
tafelcirkelzaag worden verwijderd.
• Wanneer u lange of brede werkstukken zaagt, moet u
altijd achter de tafelcirkelzaag een geschikte steun
plaatsen. Zorg ervoor dat een lange plank NIET op de
tafelblad kan bewegen of schuiven. Hierdoor kan het
zaagblad vastgeklemd raken en de mogelijkheid op
terugslag en persoonlijk letsel vergroten. De steun
moet even hoog zijn als het tafelblad.
1. Stel de zaagdiepte iets groter in dan de dikte van het
werkstuk (zie afb. 34).
2. Plaats de breedtegeleider op de gewenste breedte
van de schulp en klem deze stevig op zijn plaats door
de handgreep te kantelen.
3. Schakel het gereedschap in en voer het werkstuk
langzaam langs de hulpgeleider aan.
(1)
Bij een schulpbreedte groter dan 150 mm,
gebruikt u voorzichtig uw rechterhand om het
werkstuk in te voeren. Gebruik uw linkerhand om
het werkstuk op zijn plaats tegen de
breedtegeleider te houden (zie afb. 35).
(2)
Bij een schulpbreedte tussen 65 mm en
150 mm, gebruikt u voorzichtig uw rechterhand
om het werkstuk in te voeren (zie afb. 36).
(3)
Bij een schulpbreedte kleiner dan 65 mm kan de
duwstok niet gebruikt worden omdat de duwstok
dan in aanraking komt met het zaagblad.
Gebruik een hulpgeleider en een duwblok.
Bevestig de hulpgeleider aan de breedtegeleider
met twee lijmtangen (zie afb. 37).
Voer het werkstuk met de hand in totdat het eindstuk
circa 25 mm verwijderd is van de voorzijde van het
40
tafelblad. Ga door met het invoeren met behulp van
een duwblok op de hulpgeleider totdat de zaagsnede
voltooid is (zie afb. 38).
Afkorten
LET OP:
• Voor afkorten moet de breedtegeleider vanaf de
tafelcirkelzaag worden verwijderd.
• Wanneer u lange of brede werkstukken zaagt, moet u
altijd aan beide zijkanten van de tafelcirkelzaag een
geschikte steun plaatsen. De steun moet even hoog
zijn als het tafelblad.
• Houd handen altijd weg van de zaaglijn van het
zaagblad.
Verstekgeleider (zie afb. 39)
Gebruik de verstekgeleider bij de 4 manieren van zagen,
zoals weergegeven in de afbeelding.
LET OP:
• Draai de knop van de verstekgeleider zorgvuldig vast.
• Voorkom, door goede klemvoorzieningen, dat het
werkstuk en de aanslag kan wegkruipen, in het
bijzonder bij het zagen onder een hoek.
• NOOIT het deel van het werkstuk dat wordt afgezaagd
vasthouden op vastpakken.
• Pas altijd de afstand tussen de verstekgeleider en het
zaagblad aan zodat deze nooit groter wordt dan
15 mm.
Gebruik van de verstekgeleider (zie afb. 40)
Schuif de verstekgeleider in de brede groeven op de
zaagtafel. Draai de knop van de verstekgeleider los en lijn
de verstekgeleider uit met de gewenste hoek (0° t/m 60°).
Plaats het werkstuk glad langs de geleider, zet het vast
met de klem op de verstekgeleider, en schuif het langs
het zaagblad.
Extra houten hulpgeleider (voor
verstekgeleider) (zie afb. 41)
Om te voorkomen dat een lange plaat gaat wiebelen,
bevestigt u een hulpbalk op de verstekgeleider. Boor
gaten in de hulpbalk en bevestig deze met bouten en
moeren op de verstekgeleider, maar zorg ervoor dat ze
niet uit oppervlak steken.
Transport van het gereedschap
(zie afb. 42)
Zorg ervoor dat de stekker uit het stopcontact is
getrokken.
Transporteer het gereedschap en houdt deze vast zoals
aangegeven in de afbeelding.
LET OP:
• Zet altijd alle beweegbare delen vast voordat u het
gereedschap transporteert.
• Zorg er altijd voor dat de beschermkap op het
gereedschap is aangebracht voordat u het
gereedschap draagt.
ONDERHOUD
LET OP:
• Zorg er altijd voor dat het gereedschap is
uitgeschakeld en de stekker uit het stopcontact is