OBJ_BUCH-828-005.book Page 54 Friday, February 5, 2016 1:33 PM
Stel het meetgereedschap daarom zo dicht mogelijk bij
het werkoppervlak op en bevestig het met de onderzijde
zo parallel mogelijk aan het werkoppervlak.
Naast externe invloeden kunnen ook toestelspecifieke in-
vloeden (zoals bijv. val of heftige stoten) tot afwijkingen
leiden. Controleer daarom de nivelleernauwkeurigheid,
telkens voordat u begint te werken.
Hoeknauwkeurigheid controleren
Voor de controle heeft u een vrij oppervlak van ca.
10 x 5 meter op een stevige en vlakke ondergrond nodig.
Als het meetgereedschap bij een van de controles de
maximale afwijking overschrijdt, dient u het door een
Bosch-klantenservice te laten repareren.
Hoeknauwkeurigheid tussen 0°- en 90°-laserlijn
controleren
– Plaats het meetgereedschap in een van de hoeken van
– Markeer het kruispunt van de laserlijnen op de vloer
1 609 92A 267 | (5.2.16)
Downloaded from
www.Manualslib.com
54 | Nederlands
het meetoppervlak. Schakel het meetgereedschap in
en stel het zo af dat de 0°-laserlijn langs de lange zijde
van het meetoppervlak en de 90°-laserlijn langs de
korte zijde van het meetoppervlak verloopt.
10 m
(punt I). Markeer bovendien het midden van de
0°-laserlijn op 5 m afstand (punt II) en op 10 m af-
stand (punt III).
manuals search engine
– Stel het meetgereedschap (zonder het te draaien) op
5 m afstand zodanig op dat het kruispunt van de laser-
lijnen het reeds gemarkeerde punt II raakt en de
0°-laserlijn door punt III verloopt.
Markeer het midden van de 90°-laserlijn op 5 m af-
stand (punt IV).
– Draai het meetgereedschap zodanig 90° dat het mid-
den van de 0°-laserlijn door punt IV verloopt.
Het kruispunt van de laserlijnen moet nog steeds op
punt II liggen.
– Markeer het midden van de 90°-laserlijn op 5 m af-
stand als punt V zo dicht mogelijk bij punt I.
– Het verschil d van de beide punten V en I levert de fei-
telijke afwijking van de 0°-laserlijn en de 90°-laserlijn
van de rechte hoek op.
Op het meettraject van 2 x 5 = 10 m bedraagt de maxi-
maal toegestane afwijking:
10 m x ±0,2 mm/m = ±2 mm.
Het verschil d tussen de punten I en V mag daarom hoog-
stens 2 mm bedragen.
Hoeknauwkeurigheid tussen 0°- en 45°-laserlijn con-
troleren
– Plaats het meetgereedschap in een van de hoeken van
het meetoppervlak. Schakel het meetgereedschap in
en stel het zo af dat de 0°-laserlijn langs de lange zijde
van het meetoppervlak en de 90°-laserlijn langs de
korte zijde van het meetoppervlak verloopt.
Bosch Power Tools