Apparaat op het lichaam dragen
Dit apparaat is getest voor veelvoorkomende handelingen waarbij de afstand
tussen de achterzijde van het apparaat en het lichaam van de gebruiker 1 cm is. Om
aan de FCC RF-vereisten voor blootstelling te voldoen, moet de afstand tussen het
lichaam van de gebruiker en de achterzijde van het apparaat 1 cm zijn.
Riemklemmen, houders en soortgelijke accessoires die metalen onderdelen
bevatten mogen niet worden gebruikt. Op het lichaam gedragen accessoires
waarbij geen afstand van 1 cm tussen het lichaam van de gebruiker en de
achterkant van het apparaat kan worden aangehouden, en die niet zijn getest
op veelvoorkomende handelingen, voldoen mogelijk niet aan de FCC-richtlijnen
met betrekking tot blootstelling aan radiofrequente straling, en moeten worden
vermeden.
Deel 15.105 verklaring
Dit apparaat is getest en voldoet aan de limieten voor een digitaal apparaat
(klasse B), volgens deel 15 van de FCC-regelgeving. Deze limieten zijn opgesteld
om redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke storing wanneer het
apparaat in woongebieden wordt gebruikt. Deze apparatuur genereert, gebruikt
en verzendt mogelijk radiogolven en indien de apparatuur niet in overeenstemming
met de instructies wordt geïnstalleerd en gebruikt kan dit schadelijke storing in
radiocommunicaties veroorzaken. Er is echter geen garantie dat er in een specifieke
installatie geen storing zal optreden. Als deze apparatuur schadelijke storing in
radio- of televisieontvangst veroorzaakt, hetgeen kan worden vastgesteld door de
apparatuur uit en in te schakelen, wordt de gebruiker aangeraden te proberen de
storing te verhelpen door een of meer van de onderstaande maatregelen:
•
Richt de ontvangstantenne opnieuw of verplaats hem.
•
Vergroot de afstand tussen de apparatuur en de ontvanger.
•
Sluit de apparatuur aan op een andere contactdoosgroep dan die waarop de
ontvanger is aangesloten.
•
Raadpleeg de verkoper of een ervaren radio- of tv-monteur.
Richtlijnen voor veilig en efficiënt gebruik
7