Als u zich aan deze tips houdt, heeft u jarenlang plezier van uw RÖSLE-gasgrill.
•
Controleer de gasgrill vóór elk gebruik op lekkages m.b.v. een zeepoplossing of lekzoekspray.
•
De grill-oppervlakken (inclusief branderafdekking) moeten na het grillen schoon en droog gehouden
worden, vooral na het grillen met marinades. Deze bevatten zout en tasten het oppervlak aan.
•
De grillrooster-oppervlakken moeten na het gebruik met olie worden ingewreven.
•
Laat de grill niet buiten onbeschermd staan. Nadat de grill geheel is afgekoeld moet deze met een
passende RÖSLE-afdekhoes tegen weersinvloeden worden beschermd. Bewaar de grill niet in de buurt
van strooizout.
•
Verwijder zowel in de zomer als in de winter regelmatig de afdekking, zodat de grill kan ventileren en
opgehoopte vochtigheid kan ontsnappen.
•
Sla uw grill niet nat op. Droog deze eerst zorgvuldig af.
•
Lichte oppervlakteroest kan eenvoudig met een in azijn gedrenkte lap of met een in de handel verkri-
jgbaar ontroestingsmiddel verwijderd worden. Neem hiertoe de instructies van de reinigingsmiddelpro-
ducent in acht.
•
Afgesprongen email kunt u met een beetje lak bijwerken om het blanke metaal te bedekken en zo
roest te vermijden.
•
Controleer regelmatig of de schroefverbindingen goed vastzitten en de wielen nog licht lopen.
Verhelpenvanfouten
Probleem
Oplossing
Geen ontsteking,
•
geen vlam,
•
branderstoring
•
•
•
Grill werkt niet goed
STOP, draai de gasfles dicht en alle ventielen op «•» OFF!
NIET roken!
•
•
•
•
De gasslang van de gasgrill losnemen. Gasfles slechts één seconde opendraaien om een even-
tuele verstopping in de slang te verhelpen. Na één seconde de gasfles weer dichtdraaien en
de gasslang weer op de gasgrill monteren.
•
De branders verwijderen, zoals hierboven beschreven. Gasventielopeningen controleren,
eventuele verstoppingen veroorzakende voorwerpen met een dunne metalen draad verwij-
deren. Brander weer boven de uitstroomopeningen plaatsen en testen of de brander nu
weer probleemloos werkt.
•
Geen vonkvorming
•
•
Ongelijk vlammen-
Zijn de branders gereinigd? Reinig de branders; verwijder alle resten.
beeld van de bran-
Er mag geen water of reiniger in de openingen van de branders terechtkomen.
ders
150
Controleer of de afsluitkraan van de gasfles geopend is.
Controleer of zich voldoende gas in de fles bevindt.
Is de gasslang geknikt? Buig de slang recht.
Controleer of vonken van de elektrode op de brander overspringen.
Kan de brander met een lange lucifer aangestoken worden? Controleer het ontstekings-
systeem!
Controleer alle gasverbindingspunten.
Wacht 3 minuten tot het opgehoopte gas vervlogen is en herhaal dan de ontstekings-
procedure.
De brander ligt niet passend op de uitstroomopeningen:
Brander exact passend op de uitstroomopeningen leggen.
De gasleiding is verstopt:
Verstopte uitstroomopeningen:
Controleer de brander regelmatig om te waarborgen dat deze vrij is van insecten en
spinnen die het gassysteem verstoppen of de gasstroom kunnen beïnvloeden. Zorg er-
voor dat de venturibuizen van de brander zorgvuldig gereinigd zijn zodat er geen hin-
dernissen meer aanwezig zijn. Wij adviseren voor het reinigen van de venturibuizen een
buizenborstel.
De afstand tussen brander en elektrode mag slechts 5–8 mm bedragen.
Eventueel elektrode reinigen en afstellen.