nl Vriesvak
Maximale invriescapaciteit
Het maximum vriesvermogen geeft de
hoeveelheid levensmiddelen aan die in
24 uur tot in de kern kunnen worden
ingevroren.
Gegevens over de maximale
invriescapaciteit vindt u op het
typeplaatje.
~ "Het apparaat leren kennen"
op pagina 89
Voorwaarden voor max.
invriesvermogen
Voordat u verse waar inruimt:
1.
super-functie inschakelen.
Legplateau in de hoogste positie
2.
plaatsen.
Grotere hoeveelheden verse
3.
levensmiddelen op het legplateau in
de buurt van de achterwand
opslaan. Daar worden ze het snelst
diepgevroren.
Inkopen van
diepvriesproducten
Op onbeschadigde verpakking
■
letten.
Houdbaarheidsdatum niet
■
overschrijden.
De temperatuur in de
■
supermarktvriezer moet –18 °C of
kouder zijn.
De diepvriesproducten liefst in een
■
koeltas transporteren en snel in het
vriesvak leggen.
Attentie bij het inruimen
Levensmiddelen over een groot
■
oppervlak van het vriesvak verdelen.
In te vriezen levensmiddelen niet in
■
aanraking brengen met ingevroren
levensmiddelen.
De ingevroren levensmiddelen zo
nodig anders opstapelen in het
vriesvak.
94
Verse levensmiddelen
invriezen
Uitsluitend verse en onberispelijke
levenmiddelen invriezen.
Levensmiddelen die gekookt, gebraden
of gebakken worden geconsumeerd,
zijn geschikter voor invriezen dan
levensmiddelen die rauw worden
gegeten.
Om voedingswaarde, aroma en kleur zo
goed mogelijk te behouden, dienen de
levensmiddelen voorbereid te worden:
Groente: wassen, kleiner maken,
■
blancheren.
Fruit: wassen, ontpitten en eventueel
■
schillen, eventueel suiker of
ascorbinezuuroplossing toevoegen.
Aanwijzingen daarover vindt u in de
desbetreffende literatuur.
Geschikt voor invriezen
brood en banket;
■
vis en zeevruchten;
■
vlees;
■
wild en gevogelte;
■
groente, fruit en kruiden;
■
eieren zonder schaal;
■
melkproducten, bijv. kaas, boter en
■
kwark;
bereide gerechten en kliekjes, zoals
■
soep, stoofschotels, gaar vlees en
gare vis, aardappelgerechten,
ovenschotels en zoete toetjes.
Niet geschikt om in te vriezen
groentesoorten die meestal rauw
■
worden gegeten, zoals kropsla en
radijsjes;
ongepelde of hardgekookte eieren;
■
wijndruiven/druiven;
■
hele appels, peren en perziken;
■
yoghurt, dikke zure melk, zure room,
■
crème fraîche en mayonaise.