3
Onderhoud en
reiniging
3.1 Schoonmaken van bakplaten en roosters.
Ze mogen in de vaatwasmachine. Wanneer
je ze met de hand schoonmaakt, kun je een
gewoon schoonmaakmiddel gebruiken. Laat
ze een poosje inweken om het schoonmaken
te vergemakkelijken.
3.2 Binnenzijde van de oven schoonmaken.
Verwijder de geleidingen aan de zijkanten
(3.2.1) (3.2.2). Nadat je die verwijderd
hebt, maak je de zijwanden schoon met
een in water met zeep bevochtigd doekje
(3.2.3). Nadat de wanden van de oven
schoongemaakt zijn, plaats je de geleidingen
opnieuw.
3.3 Modellen met ruwe wanden. Katalytisch
email (zelfontvettend). Bij deze ovens zijn
achterwand en de zijwanden gecoat met
een zelfreinigende emaillaag die tijdens het
functioneren van de oven het vet verwijdert.
De zijwanden zijn omkeerbaar waardoor de
levensduur van de coating verdubbeld wordt.
Om de zelfreinigende panelen te verwijderen,
moet je eerst de geleidingen aan de zijkanten
eruit halen (3.2.1) (3.2.2).
Wanneer de wanden zichzelf niet meer
voldoende reinigen, is het nodig hun
functioneren te herstellen. Verwijder daartoe
alle accessoires en schalen uit de oven.
Maak alle niet-zelfreinigende oppervlakken
van de oven grondig schoon. Selecteer de
functie
.
Stel de temperatuur in op 250º C en
selecteer een tijd tussen 30 en 60 minuten,
afhankelijk van de mate van vervuiling van de
onderdelen.
Wanneer het reinigingsprogramma klaar is
en de oven afkoelt, ga je met een vochtige
spons over de zelfreinigende onderdelen die
daarna opnieuw volledig functioneel zullen
zijn.
Opmerking: Maak de katalytische wanden
niet schoon met reinigingsmiddelen specifi ek
voor ovens.
Schuur de oppervlakken niet met metalen
schuursponsjes, spitse of scherpe
voorwerpen.
3.4 Buitenzijde van de oven schoonmaken:
Gebruik neutrale producten. Maak alles goed
droog met een zachte doek.
Waarschuwingen bij schoonmaken:
• Controleer of de oven uit is.
• Laat de ruit eerst afkoelen voordat je die er
uithaalt.
• Gebruik nooit een stoomreiniger.
4
Oplossen van
problemen
Sommige problemen kun je zelf oplossen.
4.1 4.1 De oven wordt niet warm. Controleer of
die aangesloten is en of de zekering intact is.
Verhoog de geselecteerde temperatuur.
4.2 De binnenverlichting functioneert niet.
Vervang het lampje of vervang de zekering.
4.3 Tijdens de bereiding komt er rook uit.
Verlaag de temperatuur en/of maak de oven
schoon.
4.4 De oven laat een pieptoon horen. De
geselecteerde temperatuur is bereikt. Het
bereidingsproces is beëindigd.
4.5 De oven maakt lawaai na de bereiding. Dat
is normaal, de ventilator blijft draaien totdat
de temperatuur aan binnen- en buitenzijde
lager is.
4.6 Op het scherm verschijnt "0 00". Defect
temperatuursensor. Neem contact op met de
Technische Dienst.
4.7 Op het scherm verschijnt "AS". De oven
heeft een aantal uren gefunctioneerd en om
redenen van veiligheid is die automatisch
uitgeschakeld.
Verricht geen handelingen aan de oven.
Voor reparatie moet je contact opnemen met
de technische dienst.
n e d e r l a n d s
25