Vóór Inbedrijfstelling - EINHELL GE-LC 18/25 Li Originalbetriebsanleitung

5. Vóór inbedrijfstelling
Waarschuwing!
Trek altijd de accu eruit, voordat u instellingen aan
het apparaat uitvoert.
Gevaar! Steek de accu pas erin als de ketting-
zaag volledig gemonteerd en de kettingspanning
ingesteld is. Draag om verwondingen te vermijden
altijd werkhandschoenen als u werkzaamheden
aan de kettingzaag verricht.
5.1 Montage van zwaard en zaagketting
•
Pak alle delen zorgvuldig uit en controleer
deze op volledigheid (afb. 2-3).
•
Draai de bevestigingsschroef voor de afdek-
king van het kettingwiel (9) los (afb. 4).
•
Neem de afdekking van het kettingwiel (8)
eraf (afb. 5).
•
Leg de zaagketting (16) zoals afgebeeld in
de omlopende groef van het zwaard (15) (afb.
6a, pos. A).
•
Leg zwaard en ketting zoals afgebeeld in de
houder van de accu kettingzaag. Leid daarbij
de ketting om het rondsel (afb. 6b en 6c, pos.
B).
•
Breng de afdekking van het kettingwiel aan
en bevestig deze met de schroef (9) (afb. 7).
Opgelet! Draai de bevestigingsschroef pas na
het instellen van de kettingspanning (zie punt
5.2) definitief vast.
5.2 Spannen van de zaagketting
Waarschuwing! Voor controles en afstel-
werkzaamheden altijd de netstekker uit het
stopcontact verwijderen. Draag altijd veiligheids-
handschoenen als u werkzaamheden op de ket-
tingzaag verricht om letsel te voorkomen.
•
Draai de bevestigingsschroef voor de afdek-
king van het kettingwiel (9) enkele omdraaiin-
gen los (afb. 4).
•
Kettingspanning afstellen m.b.v. de kettings-
panschroef (fig. 8, pos. 10). Door draaien
met de wijzers van de klok mee (naar rechts)
verhoogt u de kettingspanning, door draaien
tegen de richting van de wijzers van de klok
in (naar links) verlaagt u de kettingspanning.
De zaagketting is correct gespannen als ze in
het midden van het zwaard ca. 3 tot 4 mm kan
worden opgeheven (fig. 9).
•
Draai de bevestigingsschroef voor de afdek-
king van het kettingwiel (9) vast (afb. 7).
Gevaar! Alle kettingschakels moeten naar
behoren in de geleidegroef van het zwaard
liggen.
Anl_GE_LC_18_25_Li_Kit_SPK2.indb 53 Anl_GE_LC_18_25_Li_Kit_SPK2.indb 53
NL
Aanwijzing omtrent het spannen van de ket-
ting:
De zaagketting dient omwille van de bedrijfsze-
kerheid en veiligheid altijd correct te zijn gespan-
nen. De zaagketting is optimaal gespannen als ze
in het midden van het zwaard ca. 3 tot 4 mm kan
worden opgeheven. Aangezien de zaagketting
bij het zagen warm wordt en bijgevolg van lengte
verandert, dient u de kettingspanning om de 10
minuten te controleren en, indien nodig, bij te
regelen. Dit geldt vooral voor nieuwe zaagkettin-
gen. Ontspan de zaagketting aan het einde van
het werk omdat de ketting bij het afkoelen korter
wordt. Daardoor voorkomt u dat schade aan de
ketting wordt berokkend.
5.3 Smering van de zaagketting
Waarschuwing! Vóór controles en instelwerk-
zaamheden altijd de accu uittrekken. Draag om
verwondingen te vermijden altijd werkhandscho-
enen als u werkzaamheden aan de kettingzaag
verricht.
Aanwijzing! Stel de ketting nooit zonder zaag-
kettingolie in werking! Het gebruik van de zaag-
ketting zonder zaagkettingolie of bij een oliepeil
beneden het minimummerk (fi g. 10, pos. B) heeft
een beschadiging van de kettingzaag tot gevolg!
Aanwijzing! Hou rekening met de temperatu-
uromstandigheden: verschillende omgevings-
temperaturen eisen smeermiddelen van zeer ver-
schillende viscositeit. Bij lage temperaturen hebt
u dunvloeibare oliën (lage viscositeit) nodig om
een voldoende smeerfi lm te doen ontstaan. Als
u dezelfde olie in de zomer gebruikt, zou de olie
alleen door de hogere temperaturen nog meer
vloeibaar worden gemaakt. Een onderbreking van
de smeerfi lm zou het gevolg kunnen zijn, de ket-
ting zou kunnen worden oververhit en zou kunnen
worden beschadigd. Bovendien zou de smeerolie
verbranden, waardoor het milieu onnodig met
schadelijke stoff en zou worden belast.
Olietank vullen:
•
Zaagketting op een effen plaats neerzetten.
•
Het gebied rond de olietankdop (fig. 10, pos.
A) schoonmaken en daarna de tank openen.
•
Tank met zaagkettingolie vullen. Let er goed
op dat geen vuil in de tank terechtkomt om
te voorkomen dat de oliesproeier verstopt
geraakt.
•
Olietankdop sluiten.
- 53 -
16.10.2020 10:30:52 16.10.2020 10:30:52